B
EDRADINGSBUNDEL
De bedradingsbundel is een integraal onderdeel van deze
gasverwarmingsketel. Het zou niet nodig moeten zijn om op
locatie aanpassingen te maken om te kunnen voldoen aan
elektriciteitsrichtlijnen. Draden hebben een kleurencode
voor identifi catiedoeleinden. Raadpleeg de bedradingsgra-
fi ek voor bedradingsroutes. Als er één van de oorspronke-
lijk, bij de gasverwarmingsketel geleverde draden dient te
worden vervangen, dient deze te worden vervangen met
bedradingsmateriaal met een temperatuurwaarde van ten
minste 105ºC (221ºF). Alle vervangende bedrading moet ko-
pergeleidend te zijn.
115 (220V 150 H
) V
Z
OLT LEIDINGAANSLUITINGEN
Zorg ervoor dat voor aanvang van montage van elektrische
verbindingende geleverde spanning, frequentie en fase over-
eenkomen met de specifi caties vermeld op de typeplaat van
het toestel. Stroomvoorziening van de gasverwarmingsketel
dient te voldoen aan alle toepasselijke richtlijnen.
De gasverwarmingsketel moet elektrisch geaard zijn conform
plaatselijke richtlijnen. Gebruik een apart gezekerde vertak-
king voor het elektriciteitscircuit met bedrading met correcte
capaciteiten en zekering of stroomonderbreker. De zekering of
stroomonderbreker moet een vermogen bezitten conform de
maximale overstroombescherming, zoals vermeld op de type-
plaat van het apparaat. Een uitschakelaar voor de elektriciteit
moet aanwezig zijn op de gasverwarmingsketellocatie.
OPMERKING: Leidingpolariteit dient in acht te worden geno-
men bij het maken van veld aansluitingen.
Verbind hittedraden, neutraalgeleiders en aardleiding, zoals
weergegeven in de bedradings grafi ek, geplaatst op de ven-
tilatordeur van het toestel. Voor rechtstreekse ontluchting-
stoepassingen moet de behuizingsopening met de verdeeldoos
luchtdicht worden afgesloten d.m.v. hetzij met een UL-goedge-
keurde ring, zoals Heyco Liquid Tight of door een UL-goedge-
keurde, reactievrij afdichtmiddel op de ring te gebruiken.
Neem leidingpolariteit in acht bij het maken van veldaansluitin-
gen.
Leidingvoltage-verbindingen kunnen worden gemaakt via het
rechter- of de linkerzijpaneel, voordat elektriciteitsaansluitin-
gen worden aangelegd.
24 V
OLT THERMOSTAATBEDRADING
OPMERKING: De bedradingsroute mag niet interfereren met de
werking van de circulatieventilator, het verwijderen van fi lters
of periodiek onderhoud.
Y
W
W
R
R
G
KAMERTHERMOSTAAT
C
KAMERTHERMOSTAAT
VOOR VERWARMEN EN
VERWARMING
GASVERWARMINGSKETEL
Thermostaatgrafi ek
Verbindingen met een laag voltage kunnen worden aangelegd
via het rechter- of de linkerzijpaneel. De toegangsgaten tot de
thermostaatbedrading bevinden zich in het ventilatorcomparti-
ment. De bedradingroute mag niet interfereren met de werking
van de circulatieventilator, het verwijderen van fi lters of peri-
IO-GMS9-DU
Y
W
Y
Y
W
R
C
R
G
G
OP AFSTAND BESTUURD
C
CONDENSEERTOESTEL
KOELEN
GASVERWARMINGSKETEL
www.goodmanmfg.com
odiek onderhoud. Raadpleeg de volgende afbeelding voor ther-
mostaataansluitingen op de aansluitstrip van de geïntegreerde
regelmodule.
Deze gasverwarmingsketel is uitgerust met een 40 VA trans-
formator om gebruik samen met de meeste koelapparatuur te
vergemakkelijken. Raadpleeg het bedradingsoverzicht, dat zich
op de deur van het ventilatorcompartiment bevindt, voor meer
bijzonderheden over bedrading.
XII. GASTOEVOER EN -LEIDINGWERK
A
LGEMEEN
O
M EEN ONBETROUWBARE WERKING OF APPARATUURSCHADE TE VOORKOMEN
INLAATDRUK VAN DE GASTOEVOER TE ZIJN ZOALS GESPECIFICEERD OP DE TYPEPLAAT VAN
,
HET TOESTEL
WAARBIJ ALLE ANDERE HUISHOUDELIJKE GASGESTOOKTE TOESTELLEN IN
.
BEDRIJF ZIJN
Op de typeplaat van de gasverwarmingsketel wordt ook de
toegestane gasinvoerwaarde en -samenstellingen weergegeven
voor de installatie. De gasverwarmingsketel dient te zijn uitge-
rust om op de gebruikte gassamenstelling te kunnen werken.
Dit omvat alle aanpassingspakketten die noodzakelijk zijn voor
reservebrandstoffen en/ of grote hoogte.
Gastoevoerdruk moet op het peil worden gehouden binnen het
bereik dat hieronder wordt gespecifi ceerd. Toevoerdruk moet
constant zijn en beschikbaar voor alle andere huishoudelijke,
gasgestookte, gebruikte apparatuur. De minimum gastoevoer-
druk dient te worden aangehouden om onbetrouwbare ontste-
king te voorkomen. Het maximum mag niet worden overschre-
den om te voorkomen dat het toestel oververhit raakt.
Apparatuurcategorieën
Minimum
Te gebruiken als
Toevoer
aanduiding
Druk
mbar
II
2H3B/P
G20
G30
G30 + G31
II
2H3+
G20
G30
G30 + G31
II
2H3P
G20
G31
II
2E3B/P
G20
II
2E+3+
G20 + G25
17/17
G30
G31
G30 + G31
II
2E+3P
G20 + G25
17/17
G31
G30 + G31
VOORZICHTIG
,
DIENT DE
Normaal
Maximum
Toevoer
Toevoer
Druk
Druk
mbar
mbar
17
20
25
25
29
35
25
29
35
17
20
25
25
29
35
25
29
35
17
20
25
25
37
45
17
20
25
20/25
25/30
25
29
35
25
37
45
25
29
35
20/25
25/30
25
37
45
25
29
35
19