Voorzorgsmaatregelen
1.
De celwascentrifuge is noch geïnertiseerd, noch tegen explosies beschermd. De celwascentrifuge mag nooit in
een omgeving met explosiegevaar worden gebruikt.
2.
De celwascentrifuge niet op of in de omgeving van plaatsen opstellen, waar brandbare gassen worden gegene-
reerd of chemicaliën worden opgeslagen.
3.
Wanneer materialen worden gecentrifugeerd die gevaren met zich meebrengen, moet de gebruiker vertrouwd zijn
met het internationaal erkende handboek "Laboratory Biosafety Manual" (van de Wereldgezondheidsorganisatie
WHO). Op de website van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO (www.who.int) het "Laboratory Biosafety Manual"
zoeken.
Bij materialen met een hogere risicogroep moet meer dan één bescherminrichting worden voorzien.
4.
Vóór het centrifugeren van toxische of radioactieve monsters of ziekteverwekkende resp. infectueuze bloedmon-
sters moeten alle noodzakelijke veiligheidsmaatregelen worden getroffen. Het gebruik van dergelijke monsters
gebeurt op eigen verantwoordelijkheid.
a.
b.
c.
5.
Centrifugeer geen explosieve of brandbare materialen of substanties die hevig kunnen reageren met elkaar.
6.
Omdat in deze celwascentrifuge vloeibare monsters, NaCl-oplossing enz. worden gebruikt, moet de celwascen-
trifuge correct worden geaard.
7.
Om het risico van een elektrische schok te voorkomen, de netkabel of de netschakelaar nooit aanraken met
vochtige handen.
8.
De celwascentrifuge kan verschuiven, wanneer bij een hoog rotortoerental een storing ontstaat. Waarborgen dat
voor dergelijke verschuivingen van het apparaat rondom de celwascentrifuge een vrij gebied van 30 cm aanwezig
is en dat niemand deze veiligheidszone tijdens normaal gebruik betreedt. Geen objecten, waarvan gevaar uitgaat,
zoals brandbare of explosieve materialen, op of in de omgeving van de celwascentrifuge plaatsen.
9.
Het deksel nooit ontgrendelen, zolang de rotor draait.
10. Reparatie-, demontage- of verbouwingswerkzaamheden aan de celwascentrifuge mogen uitsluitend worden
uitgevoerd door erkende dealers/servicebedrijven van Thermo Fisher Scientific.
8
|
CW3
WA A R SC H UW IN G
In geval van een besmetting van celwascentrifuge, rotor of accessoires door giftige of radioactieve monsters
resp. door ziekteverwekkende of infectueuze bloedmonsters, moeten de componenten op de voor laborato-
ria voorgeschreven manier worden ontsmet.
Indien niet kan worden uitgesloten dat de celwascentrifuge, de rotor of de accessoires door monsters zijn
besmet die een bedreiging voor de gezondheid vormen (bijvoorbeeld door giftige of radioactieve monsters
resp. door ziekteverwekkende of infectueuze bloedmonsters), moet u deze steriliseren en/of ontsmetten,
voordat u de celwascentrifuge, de rotor of accessoires aan een erkende Thermo Fisher Scientific-dealer/
servicebedrijf stuurt.
Voordat u celwascentrifuge, rotor of accessoires aan een erkende dealer/servicebedrijf stuurt, moet u deze
steriliseren en/of ontsmetten.
Thermo Scientific