9.2.5
Motoroliepeil controleren
Pos.
1
2
1. Apparaat waterpas op een vlakke ondergrond plaatsen.
2. Motor uitschakelen.
3. Vuil in de buurt van de oliepeilstaaf verwijderen.
4. Oliepeilstok uitdraaien en afvegen met een schone, pluisvrije poetsdoek.
5. Oliepeilstok weer helemaal indraaien en opnieuw uitdraaien.
6. Controleren: Het motoroliepeil moet zich tussen de onderste en bovenste
markering bevinden.
7. Zo nodig nieuwe motorolie bijvullen via opening, tot de bovenste markering
van de oliepeilstok is bereikt (oliesoort: zie hoofdstuk Technische gegevens).
8. Oliepeilstok indraaien en stevig vastzetten.
Benaming
Oliepeilstok
Markering
45
Onderhoud