Veiligheid
Verladen
Transportvoertuig
Apparaat transporteren
Herinbedrijfname
3.5
Bedrijfsveiligheid
Werkomgeving
Apparaat in bedrijf stellen
Veilige stand
Opritten moeten voldoende draagkracht hebben en stabiel zijn.
Zorg ervoor dat er geen personen door het omkantelen, vallen of wegglijden van
de toestellen en door het omhoog of naar beneden slingeren van toesteldelen
gevaar lopen.
Breng bedieningsdelen en bewegende componenten in transportstand.
Beveilig het toestel tegen het omkantelen, vallen of wegglijden met sjorbanden.
Gebruik hiervoor alleen bevestigingspunten, zoals beschreven in de gebruiks-
aanwijzing.
Gebruik alleen geschikte transportvoertuigen met voldoende draagvermogen.
Beveilig het apparaat op het transportmiddel tegen omkantelen, vallen en weg-
glijden.
Monteer en bevestig voorafgaand aan de herinbedrijfname apparaten, apparaat-
onderdelen, toebehoren of gereedschappen die voor transportdoeleinden waren
verwijderd.
Ga uitsluitend volgens de bedieningshandleiding te werk.
Maak u vertrouwd met de werkomgeving voordat u met de werkzaamheden be-
gint. Daartoe behoren bijv. de volgende punten:
Obstakels in de werk- en verkeerszone.
Draagvermogen van de bodem.
Noodzakelijke afscherming van de bouwlocatie voor het openbare verkeer.
Noodzakelijke afscherming van wanden en plafonds.
Mogelijkheden voor hulp bij ongevallen.
Let op de veiligheids- en waarschuwingsaanwijzingen op het apparaat.
Start nooit een apparaat dat moet worden onderhouden of gerepareerd.
Start het apparaat volgens de bedieningshandleiding.
Let er altijd op dat het apparaat stabiel staat en tijdens de bediening niet kan kan-
telen, wegrollen, wegglijden of vallen.
18