Het papierformaat in de lade wijzigen
Als u andere papierformaten wilt plaatsen, bijvoorbeeld papier met een
aangepast formaat, moet u de papiergeleiders aanpassen.
Stel de papierlengtegeleider in op de gewenste papierlengte. Deze
1
is vooraf ingesteld op het papierformaat Letter of A4, afhankelijk van
het land waarin u het apparaat hebt gekocht. Als u een ander
formaat wilt laden, houdt u de hendel vast en verplaatst u de
lengtegeleider in de juiste positie.
NB
• De lade is vooraf ingesteld op het papierformaat Letter of A4,
afhankelijk van het land waar u de printer hebt gekocht.
• Als u bijvoorbeeld het formaat wilt wijzigen in Letter, houdt u de
hendel achteraan in de lade ingedrukt en draait u hem in
wijzerzin.
papierlengtegeleider
1
papierbreedtegeleider
2
Nadat u het papier in de lade hebt geplaatst, drukt u de
2
papiergeleider in zoals weergegeven, en beweegt u deze naar het
papier tot hij net de rand van de stapel raakt. Druk de geleider niet
te hard tegen de rand van het papier. De geleider kan het papier
buigen.
NB
• Duw de breedtegeleiders niet zo ver dat het afdrukmateriaal
gaat plooien.
• Als u de breedtegeleiders niet aanpast, kunnen er
papierstoringen optreden.
Papierformaat en -type instellen
De instellingen die u wijzigt, blijven alleen van kracht terwijl u het huidige
programma gebruikt. Als u wilt dat uw wijzigingen permanent behouden
blijven, brengt u ze aan in de map Printers.
Opmerking
De hieronder beschreven werkwijze geldt voor Windows XP.
Raadpleeg de gebruikershandleiding of online Help van
Windows voor andere Windows-besturingssystemen.
Klik op de knop Start op het computerscherm.
1
Selecteer Printers en faxapparaten.
2
Klik met de rechtermuisknop op het pictogram van het
3
printerstuurprogramma en selecteer Voorkeursinstellingen.
Klik op het tabblad Papier en wijzig de instellingen in Papieropties.
4
Klik op OK.
5
4.6
<Originelen en afdrukmateriaal plaatsen>