Afdrukmateriaal selecteren
U kunt afdrukken op verschillende afdrukmaterialen, waaronder normaal
papier, etiketten en transparanten. Gebruik alleen afdrukmaterialen die
geschikt zijn voor het apparaat. Als u afdrukmaterialen gebruikt die niet
aan de specificaties in deze handleiding voldoen, kan dit de volgende
problemen veroorzaken:
• slechte afdrukkwaliteit
• vastlopen van het papier
• versnelde slijtage van het apparaat
De eigenschappen van het papier, zoals gewicht, samenstelling, vezel-
en vochtgehalte, zijn van grote invloed op de prestaties van het apparaat
en op de afdrukkwaliteit. Houd bij de keuze van afdrukmateriaal rekening
met het volgende:
• Het type, formaat en gewicht van afdrukmateriaal voor uw apparaat
worden verderop in deze sectie besproken.
• Gewenst resultaat: het afdrukmateriaal dat u kiest, moet geschikt zijn
voor uw project.
• Helderheid: sommige afdrukmaterialen zijn witter dan andere en
leveren scherpere en levendigere afbeeldingen op.
• Gladheid van het oppervlak: de gladheid van het afdrukmateriaal
bepaalt hoe scherp de afdrukken eruit zien op papier.
NB
• Het is mogelijk dat bepaalde afdrukmaterialen, hoewel ze
voldoen aan alle hier genoemde specificaties, toch geen
bevredigende resultaten opleveren. Dit kan het gevolg zijn
van onjuiste bediening, een ongeoorloofd temperatuur- en
vochtigheidsniveau of andere variabele omstandigheden
waarover Samsung geen controle heeft.
• Controleer, voordat u grote hoeveelheden afdrukmaterialen
koopt, of het materiaal voldoet aan de vereisten in deze
handleiding.
Let op!
Het gebruik van afdrukmaterialen die niet aan deze specificaties
voldoen, kan problemen veroorzaken die reparaties vereisen.
Zulke reparaties vallen niet onder de garantie of
onderhoudscontracten van Samsung.
Richtlijnen voor het kiezen en bewaren van
afdrukmaterialen
Houd de volgende richtlijnen in acht bij de keuze van papier of andere
afdrukmaterialen:
• Gebruik alleen afdrukmaterialen die voldoen aan de specificaties op
pagina 4.3.
• Als u probeert af te drukken op vochtig, gekruld, gekreukeld of
gescheurd papier, kan dit papierstoringen en een slechte
afdrukkwaliteit tot gevolg hebben.
• Voor een optimale afdrukkwaliteit, gebruikt u bij voorkeur hoogwaardig
kopieerpapier speciaal voor laserprinters.
• Vermijd de volgende afdrukmaterialen:
- papier met reliëf, perforaties of een oppervlak dat te ruw of te glad is
- wisbaar bankpostpapier
- kettingpapier
- synthetisch papier en warmtegevoelig papier
- zelfdoorschrijvend en calqueerpapier
Deze papiersoorten kunnen aanleiding geven tot papierstoringen,
chemische dampen en schade aan het apparaat.
• Laat afdrukmaterialen in hun verpakking tot u ze gebruikt. Plaats de
kartonnen dozen op pallets of in rekken, niet op de grond. Plaats geen
zware voorwerpen bovenop het papier, ongeacht of het verpakt is of
niet. Vermijd vocht of andere omstandigheden waardoor het papier
kan gaan krullen of kreuken.
• Bewaar niet-gebruikt afdrukmateriaal bij temperaturen tussen 15 °C
en 30 °C. De relatieve luchtvochtigheid moet tussen 10% en 70%
liggen.
• Bewaar onbedrukte afdrukmaterialen in een vochtbestendige
verpakking, zoals een plastic doos of zak, om te vermijden dat het
papier door vocht en stof wordt aangetast.
• Plaats speciale afdrukmateriaalsoorten vel per vel in de lade om
papierstoringen te vermijden.
• U kunt voorkomen dat afdrukmaterialen, zoals transparanten en vellen
met etiketten, aan elkaar blijven kleven door elk vel te verwijderen
zodra het is afgedrukt.
4.2
<Originelen en afdrukmateriaal plaatsen>