Inhoudsopgave
Advertenties
6.
Nadat de lader volledig tot stilstand is gekomen dient u de versnelling in de stand neutraal te zetten. Schakel
voordat u de lader verlaat de stroomvoorziening uit en haal de sleutel uit het contact.
7.
Wacht tot het voertuig volledig tot stilstand is gekomen voordat u de versnelling van vooruit naar achteruit zet
of van achteruit naar vooruit.
8.
Controleer na het achteruit rijden de weg.
9.
Wanneer u materialen laadt moet de snelheid zijn verminderd tot 5 km/u.
10. Laat de bak zakken naar de transportpositie (minimale bodemvrijheid meer dan 20 cm).
11. Wees uiterst voorzichtig in drukke gebieden en in de buurt van blinde bochten en vrachtverkeer. Wees alert op
andere machines en mensen.
12. Gebruik de lader niet als de snelheid niet voldoet aan de bedieningseisen. Rijd altijd langzaam genoeg om in
geval van nood op tijd te kunnen remmen.
13. Gebruik de lader niet voor gevaarlijke goederen.
14. Voordat u deze lader gebruikt moet de rolkooi in positie zijn en de vergrendeling in de vergrendelde positie
staan.
15. Gebruik voor trekken alleen de trekhaak.
16. Voer geen reparaties uit wanneer de motor warm is, omdat dit ernstige brandwonden kan veroorzaken. Voer
onderhoud uit nadat de motor is afgekoeld.
17. Raak de motor niet aan wanneer de rijmotor of de pompmotor draait of net is gestopt, omdat dit ernstige
brandwonden kan veroorzaken.
18. Nadat de motorkap aan de achterkant is geopend, mag u geen schoon water of andere vloeistoffen gebruiken,
omdat deze op de controller en de accu kunnen spatten, wat kortsluiting kan veroorzaken.
19. Gebruik de accu van dit voertuig niet om andere voertuigen te starten.
OPMERKING
Wanneer het voertuig wordt gekanteld of omgedraaid, springt u niet, maar houdt u het stuur stevig vast.
OPMERKING
Als de rolkooi is beschadigd door het rollen mag deze niet worden gerepareerd en opnieuw worden gebruikt, tenzij
dit is goedgekeurd door EUROTRAC.
OPMERKING
De in deze handleiding genoemde werkbelasting is gebaseerd op de hoogte van het maaiveld van de machine.
Wanneer de lader wordt gebruikt op een niet-standaard wegoppervlak (bijv. zachte en onregelmatige bodem of op
hellingen), moet goed rekening worden gehouden met het effect van deze factoren op de lading.
Pagina 8/76
W11E| Bedieningshandleiding
Oktober 2019
Advertenties
Inhoudsopgave
Probleemoplossen
