Storing
Niveau
40
Storing
Blokkering
voorlaadcircuit
41
Voorladen
Blokkering
mislukt
42
Hoofdcontactgev
Blokkering
er vastgelast
43
Hoofdcontactgev
Blokkering
er is niet gesloten
44
Interlock
Stoppen
uitgeschakeld
45
Statische
Waarschu-
terugkeer naar
wing
Tractie Uit
46
Statische
Waarschu-
terugkeer naar
wing
Hydraulisch
Systeem Uit
47
Storing
Stoppen
tractieregelklep
48
Storing
Stoppen
hydraulische
regelklep
49
Storing
Stoppen
remregelklep
50
Onderhoudster-
Waarschu-
mijn verstreken
wing
51
Accu bijna leeg
Beperkend
Pagina 50/76
W11E| Bedieningshandleiding
Categorie
Mogelijke oorzaken
Alle
• Storing in voorlaadcircuit.
• Kortsluiting op condensatoren
tussen +B en -B
• Kortsluiting vermogensmodu-
le.
Alle
• Externe belasting op condensa-
toren.
• Storing in voorlaadcircuit.
Alle
• Contactpunten hoofdcontact-
gever zijn dichtgelast.
• Motorfases zijn niet aangeslo-
ten.
• Externe bedrading levert span-
ning aan de condensatoren.
Alle
• Hoofdcontactgever is niet ge-
sloten nadat er stroom op de
spoel van de contactgever is
gezet.
• Spoelen van de hoofdcontact-
gever zijn niet aangesloten.
• +B-zekering is doorgebrand.
TAU-
Ingang interlock is niet actief.
systeem
TAU-
Tractie-regelklep of
systeem
richtingkiezer zijn actief bij
inschakelen contact na de nood-
achteruitrij- of gecontroleerde
stopprocedure.
TAU-
Hydraulische regelklep of
systeem
hulpingang zijn actief bij
inschakelen contact of na een
gecontroleerde stopprocedure.
TAU-
Bedrading tractieregelklep
systeem
(analoog/digitaal) is niet
aangesloten.
TAU-
Bedrading hydraulische
systeem
regelklep (analoog/digitaal) is
niet aangesloten.
TAU-
Bedrading remregelklep
systeem
(analoog/digitaal) is niet
aangesloten.
TAU-
Onderhoudstermijn is
systeem
verstreken.
TAU-
Accuniveau is gedaald tot onder
systeem
de ingestelde parameters.
Probleem
Oplossing
Voorladen verloopt te
Contactsleutel omdraaien.
snel of spanning
condensatoren is
ingesteld op 0 tijdens
voorladen.
Condensatoren worden
Contactsleutel omdraaien.
tijdens voorlaadfase
niet geladen tot het
spanningsniveau voor
het contactslot.
Voordat de
Contactsleutel omdraaien.
hoofdcontactgever
wordt gesloten, worden
de condensatoren kort
geladen en ontladen ze
zich niet.
Het spanningsverschil
Contactsleutel omdraaien.
tussen het contactslot
en de condensatoren is
te groot nadat er
stroom op de
contactgever is gezet.
Ingang interlock is niet
Activeer ingang interlock.
actief en
hoofdcontactgever
staat open.
Een of meerdere
Deselecteer alle tractie-
tractie-ingangen zijn
ingangen.
actief bij inschakelen
contact na een nood-
achteruitrij- of
gecontroleerde
stopprocedure.
Een of meerdere
Deselecteer alle hydraulische
hydraulische ingangen
ingangen.
zijn actief bij
inschakelen contact of
na een gecontroleerde
stopprocedure.
Er wordt een storing van
Contactsleutel omdraaien.
de tractieregelklep
gedetecteerd. Zie
documentatie voor het
type regelklep.
Er wordt een storing van
Contactsleutel omdraaien.
de hydraulische
regelklep gedetecteerd.
Zie documentatie voor
het type regelklep.
Er wordt een storing van
Contactsleutel omdraaien.
de remregelklep
gedetecteerd. Zie
documentatie voor het
type regelklep.
Onderhoudstimer is
Stel de onderhoudstimer
afgelopen.
opnieuw in.
Geschat accuniveau is
Laad de accu op tot boven de
lager dan ingesteld
ingestelde parameter en draai
minimumniveau.
de contactsleutel om.
Oktober 2019