Installeren en vervangen
De controller voldoet aan de vereisten voor bescherming tegen stof en water volgens de IP65-norm.
De plaats waar de controller wordt geïnstalleerd moet zorgvuldig worden gekozen en moet schoon en droog zijn en
zoveel mogelijk bescherming bieden tegen schokken, trillingen, temperatuurveranderingen en blootstelling aan
water en vervuilende stoffen. Als een dergelijke plaats niet kan worden gewaarborgd, moet de controller worden
afgeschermd. Bedrading moet zo worden geleid dat er geen vloeistoffen in de aansluitpunten kunnen komen. De
controller moet ook op een zodanige plaats worden geïnstalleerd dat alle aansluitingen toegankelijk zijn.
Wanneer de controller wordt vervangen moet de handrem zijn ingeschakeld, moeten de aandrijfwielen van de
grond zijn, moet de contactsleutel in de uitstand staan, moet de accu zijn losgekoppeld en moeten de
condensatoren van de omvormer volledig zijn ontladen. De condensatoren in de omvormer kunnen worden
ontladen door een belasting aan te sluiten op de +B- en -B terminal van de omvormer.
LET OP
Zorg ervoor dat u de K1- en K2-connectoren niet omwisselt. Als dat gebeurt kan de controller ernstig beschadigd
raken.
Koelen
Wij adviseren om de controller te monteren op een vlakke ondergrond die vrij is van verf en bij voorkeur is voorzien
van een dunne laag koelpasta. Gebruik hiervoor de vier gaatjes. Idealiter zorgt dit oppervlak voor maximale
verspreiding van warmte en voor de maximale nominale krachtopbrengst. Volg bij het ontwerpen van een
koelsysteem de volgende stappen:
1.
Breng vóór het monteren thermisch vet aan op de controller om de koeling te optimaliseren.
2.
De controller wordt gekoeld door het contact met het oppervlak van de carrosserie. Het is dus belangrijk dat u
goed let op de vlakheid en ruwheid van het oppervlak van de carrosserie waarop de controller wordt
gemonteerd. De ruwheid R
oppervlak is maximaal 0,5 mm, zoals getoond in de volgende figuur:
3.
Eventuele luchtstroom rond de controller verbetert de thermische prestaties verder.
4.
Er kan een extra koellichaam nodig zijn om de gewenste continue nominale waarden te halen. De afmetingen
van het materiaal van het koellichaam en het gekozen systeem moet zijn afgestemd op de prestatievereisten
Pagina 63/76
W11E| Bedieningshandleiding
Achteraanzicht AC - M2
moet zich bevinden tussen 1.6 μm en 3.2μm en de marge voor de vlakheid van het
z
Vlakheidsspecificaties voor de AC-M2 met aluminium basisplaat.
Oktober 2019