Versnelling
7.5 Di2-versnelling
Als uw fiets is uitgerust met een elektronische DI2-versnelling,
beschikt u over een handmatige en een automatische versnel-
lingsmodus.
In de handmatige versnellingsmodus kunt u via de desbetreffen-
de knoppen van de bedieningseenheid de versnelling omhoog en
terugschakelen. In de automatische versnellingsmodus wisselt
de versnelling automatisch op basis van de trapfrequentie en de
pedaalkracht.
7.5.1 Bedienen van Di2-versnelling
WaarscHuWinG
Onoplettendheid in het wegverkeer.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Maak uzelf vertrouwd met de werking van de elektroni-
sche DI2-versnelling.
• Bedien de elektronische DI2-versnelling alleen wan-
neer uw aandacht voor het wegverkeer daardoor niet
wordt beperkt.
• Stop meteen als u de elektronische DI2-versnelling niet
veilig kunt bedienen, bijv. bij een defect of storing.
LET op
Beschadigingen aan de elektronische DI2-versnelling
door onjuiste bediening.
risico op beschadigingen!
• Trap bij het schakelen niet krachtig op de pedalen.
• Trap bij het schakelen niet naar achteren.
• Schakel tijdig naar een lagere versnelling vooraleer u
een helling opgaat.
60