Remmen
6. Druk beide remblokken met duim en wijsvinger op elkaar en
plaats ze met de juiste kant naar achter in het remzadel.
7. Steek de splitpen weer in
het remzadel. Controleer of
de splitpen aan de binnen-
kant weer goed buigt.
8. Controleer de remwerking
bij aangetrokken remhen-
del.
9. Gebruik de remmen niet
zolang ze niet goed functi-
oneren.
1
2
3
4
Afb. remzadel
1 remzadel
2 Splitpen
3 Remblok
4 Bevestigingsveer
39