Basisbeginselen
4.12 na een val
WaarscHuWinG
Na een valpartij of ongeval kan er verborgen schade aan
de fiets ontstaan, bijv. kleine barstjes. Componenten van
carbon en aluminium kunnen beschadigd zijn, ook als dit
niet direct zichtbaar is.
risico op ongevallen en verwondingen!
• Laat de fiets na een zware val of een ongeval
direct door uw fietsspecialist nakijken op mogelijke
schade.
• Gebruik de fiets niet als u schade ziet of vermoedt.
Na een valpartij of ongeval kunnen onderdelen van carbon
beschadigd zijn. Schade aan onderdelen van carbon is niet altijd
zichtbaar. Vezels en verfdeeltjes kunnen loslaten of kapot gaan
waardoor de stevigheid van de onderdelen in het geding komt.
•
Laat alle componenten van carbon na een valpartij of ongeval
vervangen door een erkende fietsspecialist.
•
Controleer na lichte valpartijen alle componenten van de
fiets, bijv. wanneer de fiets is omgevallen
(zie hoofdstuk "Controleaanwijzingen" op pagina 23).
•
Richt u in geval van twijfel en voor reparaties tot een erkende
fietsspecialist.
4.13 reiniging en conservering
VoorzicHTiG
Pas op dat u niet bekneld raakt tussen de bewegende
onderdelen van de fiets.
Letselgevaar!
• Wees voorzichtig met bewegende onderdelen. Voor u
het weet kan bijvoorbeeld uw vinger bekneld raken.
• Draag eventueel beschermende handschoenen.
LET op
Gebruik van onjuiste schoonmaakmiddelen.
risico op beschadigingen!
• Gebruik geen agressieve reinigingsmiddelen.
• Gebruik geen scherpe, hoekige of metalen reinigings-
voorwerpen.
• Maak de fiets nooit schoon met een harde waterstraal
of hogedrukreiniger.
25