Opstart problemen
Verkeerde bedrading
De meeste problemen bij het opstarten zijn een gevolg van onjuiste bedrading tussen de
regelkast en de luchtbevochtiger module. Inspecteer de verbindingen op zowel de
regelkast als de luchtbevochtiger module. Als een luchtbevochtiger module functioneert
en de andere niet, probeer de draden van de module die niet werkt met de draden van een
luchtbevochtiger module die wel werkt om te wisselen.
Bijvoorbeeld als module # 1 functioneert en module # 2 niet, wissel de aansluitingen voor
module # 1 en # 2 module binnen de regelkast. Wanneer u dit doet gebruik het
bedradingschema zodat alle bedrading juist terug geplaatst wordt. Als module # 2 nu
opereert en eenheid # 1 niet dan is het probleem is niet met de luchtbevochtiger module.
Raadpleeg Condair als problemen blijven bestaan.
Verkeerde regeling
1. Het kan ook zijn dat het regelsignaal niet goed binnen komt, controleer of de
bedrading juist is aangesloten en of er een spanning binnen komt.
2. Zorg ervoor dat de hygrostaten zijn geplaatst op de juiste locatie. Een
regelhygrostaat kan zich het beste bevinden in een retourkanaal. Voor een
maximaal hygrostaat is de beste plaats ten minste 6 meter stroomafwaarts van de
laatste luchtbevochtiger module. Voor een ruimtehygrostaat is de beste altijd te
vinden in een gebied waar er goede luchtbeweging aanwezig is. Het zoeken in de
buurt van een retourlucht rooster is de norm.
Bevochtigingsmodule
De bevochtigingsmodule kan de volgende problemen hebben:
1. De bevochtiging wil niet aan gaan. Zorg er voor dat er een regelsignaal van
minimaal 1 volt aanwezig is door de gewenste vochtigheid hoger te zetten dan de
gemeten luchtvochtigheid.
2. Alle trilplaatjes gaan aan en dan uit en ze gaan niet meer aan. Controleer eerst
of de laagwater beveiliging is aangesproken door een te laag water niveau in de
module.
Controleer de 48V AC voeding in de regelkat of deze nog aanwezig is.
3. De bevochtigingsmodule vult niet met water. Controleer eerst de waterdruk bij
de bevochtigingsmodule, deze dient minimaal 1 bar te zijn en maximaal 5 bar.
Controleer of er 24V AC op de vulklep aanwezig is, indien dit er is vervang dan
de vulklep.
Controleer de 24V AC voeding in de regelkat of deze nog aanwezig is.
18