MicroRAE Gebruikershandleiding
13. Kalibreren en testen
13.1. Bumptests en kalibratie
Elke gasdetectiemonitor moet voorafgaand aan dagelijks gebruik worden gebumptest om de
reactie van alle sensoren en activering van alle alarmen te controleren door de monitor bloot
te stellen aan een doelgasconcentratie die hoger is dan het minimale alarminstelpunt. Een
bumptest wordt ook aanbevolen als de monitor is gevallen of anderszins een fysieke impact
heeft gehad, is ondergedompeld geweest in een vloeistof, er een alarmgebeurtenis heeft
plaatsgevonden waarbij een of meer maximumwaarden zijn overschreden, de monitor is
overgedragen aan iemand anders of als aan de juiste werking van de monitor wordt
getwijfeld.
Bumptest en kalibreer de monitor alleen in een omgeving met zuivere lucht, voor het meest
nauwkeurige resultaat en de hoogst mogelijke veiligheid.
Elke keer dat de monitor niet door een bumptest komt, moet deze worden gekalibreerd. De
monitor moet in elk geval elke zes maanden worden gekalibreerd, afhankelijk van het gebruik
en de blootstelling aan gas en verontreinigingen, en van de bedrijfsmodus.
• De kalibratie-intervallen en bumptestprocedures kunnen variëren op basis van nationale
wetgeving.
• Honeywell raadt het gebruik aan van kalibratiegascilinders die het juiste gas bevatten
voor de sensor die u gebruikt, en in de juiste concentratie.
Een bumptest kan handmatig worden uitgevoerd of met behulp van het AutoRAE 2
Automatisch test- en kalibratiesysteem. Als een bumptest handmatig wordt uitgevoerd, neemt
het instrument een beslissing over geslaagd/mislukt op basis van de prestaties van de
sensor, maar de verantwoordelijkheid om ervoor te zorgen dat de alarmen zijn ingeschakeld
en werken blijft bij de gebruiker.
Opmerking: bumptests en kalibraties kunnen worden uitgevoerd met het AutoRAE 2
Automatisch test- en kalibratiesysteem. Een AutoRAE 2-bumptest of -kalibratie omvat zowel
het testen van de sensoren als de alarmen. Raadpleeg de gebruikershandleiding van de
AutoRAE 2 voor meer informatie.
49