MicroRAE Gebruikershandleiding
3.4. Glance Mode (Overzichtmodus)
Als u de configuratie van het instrument wilt controleren terwijl dit is uitgeschakeld, hoeft u het
instrument niet in te schakelen. Houd [Y/+] ingedrukt tot het scherm oplicht en de configuratie
weergeeft. U ziet nu welke sensoren zijn geïnstalleerd:
Druk op [Y/+] om door de schermen te gaan waarop wordt vermeld of de radio, BLE, gps, wifi,
NB-IoT etc. aan zijn. Deze schermen veranderen afhankelijk van de configuratie van het
instrument.
Druk op [MODE] om deze functie af te sluiten. Het display gaat dan uit.
Opmerking: als u gedurende 60 seconden niet op een toets drukt, wordt deze functie
automatisch uitgeschakeld.
3.5. Panic Alarm (Paniekalarm)
Houd op elk willekeurig moment [Y/+] ingedrukt om het paniekalarm te activeren. Op het
display wordt PANIC ALARM (Paniekalarm) weergegeven en er wordt een bericht verzonden
naar de locatiemanager of naar ProRAE Guardian.
(Opmerking: gebruik ProRAE Studio II om informatie te definiëren en de prioriteiten voor
weergave ervan.)
Bovendien geeft het instrument vier keer per seconde een alarm (hoorbaar en zichtbaar) af.
Het instrument stuurt ook een noodoproep naar de locatiemanager of ProRAE Guardian.
Druk op [Y/+] om het alarm uit te schakelen. Het alarm stopt dan en het scherm keert terug
naar het hoofdscherm.
3.6. Confidence LED (Vertrouwenslampje)
U kunt de MicroRAE zodanig met ProRAE Studio II programmeren dat er elke 3 seconden
een LED-lampje knippert om aan te geven dat het instrument werkt zonder dat u het
instrument intensief in de gaten hoeft te houden.
15