MicroRAE Gebruikershandleiding
De namen van de actieve sensoren worden weergegeven in een lijst. Druk op [MODE] om de
sensor te markeren waarop u een spankalibratie wilt uitvoeren, en druk vervolgens op [Y/+]
om deze te selecteren.
Wanneer het scherm Apply Gas (Gas aanbieden) wordt weergegeven met de sensornaam en
de meeteenheid, sluit u een spangascilinder aan en start u de spankalibratie door te drukken
op [Y/+]. Als u geen spankalibratie wilt uitvoeren, drukt u op [MODE] om af te sluiten.
Opmerking: u kunt een spankalibratie afbreken door op [MODE] te drukken nadat de
kalibratie is gestart.
Als de spankalibratie is uitgevoerd, wordt het scherm Calibration Results
(Kalibratieresultaten) weergegeven met Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
9.3.1.4.
Multi Bump (Meervoudige bump)
Afhankelijk van de configuratie van uw MicroRAE en het spangas dat u hebt, kunt u op
meerdere sensoren tegelijk een bumptest uitvoeren.
Op het scherm worden de beschikbare sensoren en de waarden ervan weergegeven. Start,
terwijl er kalibratiegas op het instrument is aangesloten, een bumptest op meerdere sensoren
door te drukken op [Y/+]. Als u geen bumptest op meerdere sensoren wilt uitvoeren, drukt
u op [MODE].
Opmerking: u kunt een bumptest op meerdere sensoren afbreken door op [MODE] te
drukken nadat de test is gestart.
Wanneer de multibumptest is uitgevoerd, wordt een scherm weergegeven met de
sensornamen en daarnaast het woord Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
9.3.1.5. Fresh Air Calibration (Kalibratie met zuivere lucht)
U kunt op meerdere sensoren tegelijk een kalibratie met zuivere lucht uitvoeren. Deze
procedure bepaalt het nulpunt van de sensorkalibratiecurve voor alle sensoren die een
nulkalibratie vereisen. Een nulkalibratie van het instrument moet worden uitgevoerd in schone
omgevingslucht met 20,9% zuurstof. Een kalibratie met zuivere lucht moet voorafgaan aan
een spankalibratie.
De geselecteerde sensoren worden op het scherm weergegeven. Begin een nultest op
meerdere sensoren door te drukken op [Y/+]. Als u geen test wilt uitvoeren, drukt u op [MODE].
Opmerking: u kunt een nultest van meerdere sensoren afbreken door op [MODE] te drukken
nadat de test is gestart.
Wanneer de nultest op meerdere sensoren is uitgevoerd, wordt het scherm Calibration
Results (Kalibratieresultaten) weergegeven met de sensornamen en daarnaast het woord
Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
9.3.1.6. Multi Span (Meervoudige span)
Afhankelijk van de configuratie van uw MicroRAE en het spangas dat u hebt, kunt u op
meerdere sensoren tegelijk een spankalibratie uitvoeren.
Op het scherm worden de beschikbare sensoren en de waarden ervan weergegeven. Start,
terwijl er kalibratiegas op het instrument is aangesloten en het instrument is ingeschakeld,
een spankalibratie van meerdere sensoren door te drukken op [Y/+]. Als u geen
spankalibratie van meerdere sensoren wilt uitvoeren, drukt u op [MODE].
Opmerking: u kunt een spankalibratie van meerdere sensoren afbreken door op [MODE] te
drukken nadat de test is gestart.
Wanneer de spankalibratie van meerdere sensoren is uitgevoerd, wordt het scherm
Calibration Results (Kalibratieresultaten) weergegeven met de sensornamen en daarnaast
het woord Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
30