MicroRAE Gebruikershandleiding
* Alleen versie met gps.
** Alleen versie met wifi.
*** Alleen versie met draadloos mesh.
9.3.1. Calibration (Kalibratie)
Gebruik dit menu om nul- of spankalibratie uit te voeren voor één of meer sensoren en om de
gasconcentratiewaarde te wijzigen die wordt gebruikt bij spankalibratie en nulkalibratie en
kalibratiereferentiegas. Raadpleeg 'Kalibreren en testen' op pagina 40 voor advies over het
instellen van het instrument voor kalibratie.
9.3.1.1. Single Bump (Eén bump)
U kunt een aparte bumptest uitvoeren op elke afzonderlijke sensor.
De namen van de actieve sensoren worden weergegeven in een lijst. Druk op [MODE] om de
sensor te markeren waarop u een bumptest wilt uitvoeren, en druk vervolgens op [Y/+] om
deze te selecteren.
Als het scherm Apply Gas (Gas aanbieden) wordt weergegeven, sluit u het kalibratiegas op
het instrument aan en start u de bumptest door te drukken op [Y/+]. Als u geen afzonderlijke
bumptest wilt uitvoeren, drukt u op [MODE] om af te sluiten.
Opmerking: u kunt een bumptest afbreken door op [MODE] te drukken nadat de test is gestart.
Wanneer de multibumptest is uitgevoerd, wordt een scherm weergegeven met de
sensornamen en daarnaast het woord Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
9.3.1.2. Single Zero (Eén nul)
Met single sensor zero (enkele sensor nul) kunt u een nulkalibratie (zuivere lucht) uitvoeren
op één enkele sensor. Voor de meeste toepassingen moet het instrument worden
genulkalibreerd in zuivere omgevingslucht met 20,9% zuurstof (0
laag 0
-percentage en nadat er een nieuwe 0
2
een nulkalibratie met stikstof (N
een spankalibratie.
De namen van de actieve sensoren worden weergegeven in een lijst. Druk op [MODE] om de
sensor te markeren waarop u een bumptest wilt uitvoeren, en druk vervolgens op [Y/+] om
deze te selecteren.
Als het scherm Zero Calibration (Nulkalibratie) wordt weergegeven met de sensornaam en de
meeteenheid, start u de nulkalibratie door te drukken op [Y/+]. Als u geen kalibratie wilt
uitvoeren, drukt u op [MODE] om af te sluiten.
Opmerking: u kunt een nulkalibratie afbreken door op [MODE] te drukken nadat de kalibratie
is gestart.
Als de nulkalibratie is uitgevoerd, wordt het scherm Calibration Results (Kalibratieresultaten)
weergegeven met Pass (Gelukt) of Fail (Mislukt).
9.3.1.3. Single Span (Eén span)
In plaats van een spankalibratie op meer dan één sensor tegelijkertijd uit te voeren, kunt u ook één
sensor selecteren en een spankalibratie uitvoeren.
**** Alleen beschikbaar als roaming is uitgeschakeld.
***** Alleen versie met NB-IoT.
-sensor in het instrument is geplaatst, moet er
2
) worden uitgevoerd. Een nulkalibratie moet voorafgaan aan
2
29
Join Network**** (Verbinding
met netwerk maken****)
Factory Reset****
(Fabrieksinstellingen
resetten****)
Exit (Afsluiten)
). Voor een nauwkeuriger
2