7 Inbedrijfstelling
7
Inbedrijfstelling
7.1
Checklist vóór inbedrijfstelling
7.2
Procedure voor inbedrijfstelling
32
Controleer of alle volgende stappen zijn uitgevoerd voordat u het apparaat
in bedrijf stelt:
Het verwarmingscircuit is gespoeld, gevuld en ontlucht.
Een vrije doorstroming van het water in het systeem is gegarandeerd.
De instellingen van de doorstromingsschakelaars zijn goed aangepast
aan het apparaat.
Alle elektrische aansluitkabels zijn aangesloten en beschermd.
Alle schroeven zijn vastgedraaid.
Het verwarmingssysteem is beschermd tegen bevriezing.
De hoofdschakelaar is ingesteld op ON (Aan).
De aardingsgeleiderweerstand en de isolatieweerstand worden getest
volgens NEN 3140 en NEN 1010. De tests moeten worden herhaald
volgens de ter plaatse geldende intervallen of volgens de voorschriften
NEN 3140 en NEN 1010 voor de inbedrijfstelling en nieuwe
inbedrijfstelling.
7.2.1
Ontluchting van het systeem
Het hydraulische systeem moet op druk worden gebracht tot 2 bar, en wat
belangrijk is: er mag zich geen lucht in het systeem bevinden. Vul het
hydraulische systeem tot de juiste druk voordat u de warmtepomp in
werking stelt, en zorg ervoor dat alle lucht uit het systeem is verwijderd.
De warmtepomp is klaar voor gebruik als de systeemdruk correct is en alle
lucht uit het systeem is ontsnapt.
7733442 - v.01 - 17082020