3
Gebruik van de flitser
Verschuif de flitserschakelaar om de ingebouwde flitser uit te klappen. De ingebouwde
flitser kan in heel wat verschillende opnameomstandigheden worden gebruikt.
Een flitser gebruiken (flitserfotografie)
1
Klap de flitser uit.
2
Druk op de knop # (I) om de huidige flitserfunctie weer te geven.
3
Selecteer met HI een flitserfunctie en druk op i.
•
De beschikbare opties en de volgorde waarin deze worden weergegeven variëren
naargelang de fotografeerstand. g "Beschikbare flitsstanden in de diverse
fotografeerstanden" (Blz. 104)
3
AUTO
#
$
!/H
SLOW
#
!SLOW
SLOW2 /
#
2nd CURTAIN
FULL
#
1/4
#
1/16
#
1/64
#
*1 Zowel de ingebouwde flitser als de optionele externe flitser worden uitgeschakeld.
*2 Alleen ingebouwde flitser.
4
Druk de ontspanknop helemaal in.
#
Let op
•
Bij [!/H (flitsen met onderdrukken van rode ogen)] duurt het na de inleidende
flitsen ongeveer 1 seconde voordat de sluiter ontspant. Houd de camera stevig vast
om te voorkomen dat de camera beweegt.
•
[!/H (flitsen met onderdrukken van rode ogen)] werkt mogelijk niet efficiënt
bij bepaalde opnameomstandigheden.
•
Als de flits ontsteekt, is de sluitertijd ingesteld op 1/160 sec. of korter. Als u met
de invulflitsen een onderwerp tegen een lichte achtergrond fotografeert, kan de
achtergrond overbelicht zijn.
NL
Autoflitsen
Invulflitsen
Flitser uit
Flitsen met
onderdrukken
van rode ogen
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn)
Trage synchronisatie
(1e sluitergordijn) /
flitsen met onderdrukken
van rode ogen
Trage synchronisatie
(2e sluitergordijn)
Handmatig (FULL)
*2
Handmatig (1/4)
*2
Handmatig (1/16)
*2
Handmatig (1/64)
*2
Bij weinig licht of tegenlicht ontsteekt de
flitser automatisch.
De flitser ontsteekt altijd, ongeacht de
lichtomstandigheden.
De flitser ontsteekt niet.
Met deze functie kunt u rode ogen
vermijden. In de standen S en M zal
de flitser altijd flitsen.
Trage sluitertijden worden gebruikt om een
slecht verlichte achtergrond op te lichten.
Combineert een trage synchronisatie met
onderdrukken van rode ogen.
De flitser ontsteekt
net voordat de sluiter
dichtgaat om lichtsporen
te creëren achter
bewegende lichtbronnen.
De flitser ontsteekt met volle kracht.
De flitser ontsteekt met 1/4 van de kracht.
De flitser ontsteekt met 1/16 van de kracht.
De flitser ontsteekt met 1/64 van de kracht.
*1