Een scherpstelstand selecteren (AF-stand)
Selecteer een scherpstelmethode (scherpstelstand).
1
Geef live control weer (Blz. 20) en selecteer
de AF-stand met FG.
2
Selecteer een optie met HI en druk
op de knop i.
•
De geselecteerde AF-stand wordt weergegeven op de
LCD-monitor.
S-AF
(één keer scherpstellen)
2
C-AF
(continu scherpstellen)
MF
(handmatig
scherpstellen)
S-AF+MF
(de standen S-AF en MF
gelijktijdig gebruiken)
C-AF+TR
(AF Tracking)
%
Tips
•
De opties [RLS PRIORITY S] (Blz. 73) en [RLS PRIORITY C] (Blz. 73) kunnen
worden gebruikt om in te stellen of de sluiter kan worden ontspannen wanneer
de camera niet kan scherpstellen.
•
[MF ASSIST] (Blz. 72) kan worden gebruikt om de automatische zoomweergave
te activeren wanneer er aan de scherpstelring wordt gedraaid.
•
Met [FOCUS RING] (Blz. 72) kunt u de draairichting van de scherpstelring wijzigen.
NL
De camera stelt één keer scherp wanneer de ontspanknop
half ingedrukt wordt. Zodra de camera heeft scherpgesteld,
hoort u een pieptoon en lichten het AF-bevestigingsteken en
het autofocusteken op. Deze methode is geschikt voor het
fotograferen van niet of nauwelijks bewegende onderwerpen.
De camera herhaalt het scherpstellen terwijl de ontspanknop
half ingedrukt blijft. Wanneer er op het onderwerp is
scherpgesteld, licht het AF-bevestigingsteken op op
de LCD-monitor en de pieptoon weerklinkt wanneer de
scherpstelling de eerste en tweede keer wordt vergrendeld.
Ook al beweegt het onderwerp of verandert u de compositie
van de foto, de camera blijft bezig met scherpstellen.
•
Het AF-teken licht niet meer op, ook al is de scherpstelling
in orde.
•
Four Thirds-lenzen stellen scherp met S-AF.
Met deze functie
kunt u handmatig
scherpstellen op
Scherpstelring
elk onderwerp.
Na de ontspanknop half te hebben ingedrukt om scherp te
stellen in de stand S-AF, kunt u de scherpstelring gebruiken
om de scherpstelling handmatig bij te regelen.
Druk de ontspanknop half in om scherp te stellen; de
camera volgt het onderwerp en blijft erop scherpstellen
zolang de ontspanknop in deze positie wordt gehouden.
•
Het AF-kader wordt rood weergegeven als de
camera het onderwerp niet langer kan volgen. Laat
de ontspanknop los, kadreer het onderwerp opnieuw
en druk de ontspanknop half in.
•
In de gevallen hieronder kan AF Tracking niet worden
gebruikt. In de plaats daarvan wordt S-AF gebruikt.
Four Thirds-lenzen
S - AF
S - AF
g
g
SINGLE AF
P
S-AF
C-AF MF S-AF+MF
Dichtbij
)
AUTO
e
e
S - AF
S - AF
OFF
OFF
ISO
AUTO