•
Wanneer een RAW-beeld geselecteerd is met [OVERLAY], wordt het JPEG-beeld
weergegeven voor het beeld dat opgenomen is in JPEG+RAW.
•
Wanneer u meerdere foto's maakt met de functie bracketing, wordt voorrang gegeven
aan opnamen met meervoudige belichting. Terwijl het overlay-beeld wordt opgeslagen,
wordt de functie bracketing teruggezet in de standaard fabrieksinstellingen.
Verwerkingsopties (beeldeffecten)
Hiermee kunt u beeldtonen selecteren om unieke effecten te creëren.
Beeldparameters zoals contrast en scherpte kunt u in iedere stand een beetje
bijregelen. De veranderbare parameters worden in elke stand beeldeffecten
opgenomen.
1
Selecteer [PICTURE MODE] in het
2
fotografeermenu W (Blz. 108).
2
Selecteer een optie met HI en druk op i.
h i-ENHANCE
i VIVID
j NATURAL
Z MUTED
a PORTRAIT
MONOTONE
CUSTOM
NL
Voor indrukwekkendere beelden in overeenstemming met het
motiefprogramma.
Voor levendige kleuren.
Voor natuurlijke kleuren.
Voor afgevlakte tinten.
Voor mooie huidtinten.
Voor zwart/wit-tinten.
Selecteer één beeldeffect, stel de parameters in en leg de
instelling vast.
CARD SETUP
CUSTOM RESET
j
PICTURE MODE
K
IMAGE ASPECT
4:3
BACK
SET