Opmerking De inkt in de cartridges wordt bij het afdrukproces op verschillende
manieren verwerkt. Dit geldt ook voor het initialisatieproces, waarbij het apparaat
voor het afdrukken wordt voorbereid en voor het onderhoud van de printkop,
waarbij de inktsproeiers schoon worden gehouden, zodat de inkt goed kan
stromen. Bovendien blijft na gebruik inkt in de cartridge achter. Zie
inkusage.
De inktcartridges vervangen
U kunt de geschatte inktniveaus controleren vanuit de HP Werkset (Windows), het HP
Printerhulpprogramma (Mac OS X) of de geïntegreerde webserver. Zie
voor het apparaat gebruiken
hulpprogramma's. U kunt ook een configuratiepagina afdrukken om deze informatie te
bekijken (zie
Opmerking De waarschuwingen en indicatoren voor het inktniveau geven alleen
schattingen voor planningsdoelen. Overweeg om een nieuwe patroon aan te
schaffen op het moment dat het bericht verschijnt dat de inkt bijna op is, zodat
u vertragingen bij het afdrukken voorkomt. U hoeft de cartridges niet te vervangen
tot wanneer u dit wordt gevraagd.
Installeer de inktcartridge direct nadat u deze uit de verpakking hebt verwijderd.
Verwijder een inktcartridge niet voor langere tijd uit het apparaat.
Als u wilt weten welke inktcartridges bestemd zijn voor gebruik met uw apparaat,
raadpleegt u Benodigdheden.
Zie
recyclingprogramma van HP Inkjet-onderdelen
recyclen van gebruikt afdrukmateriaal.
De inktcartridges vervangen
1. Trek de klep van de inktpatroon voorzichtig naar voren.
voor informatie over het gebruik van deze
De diagnostische zelftestpagina
begrijpen).
voor meer informatie over het
De inktcartridges vervangen
www.hp.com/go/
Beheertools
61