Hoofdstuk 4
3. Sluit het apparaat aan op uw computer wanneer dit wordt gevraagd.
4. Deel het apparaat, indien nodig, met andere Macintosh-gebruikers.
•
Directe verbinding: Deel het apparaat met andere Macintosh-gebruikers.
Raadpleeg
informatie.
•
Netwerkverbinding: Afzonderlijke Macintosh-gebruikers die het apparaat via
het netwerk willen gebruiken, moeten de apparaatsoftware op hun computers
installeren.
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
Wanneer het apparaat rechtstreeks is aangesloten, kunt u het met andere computers
delen door middel van een eenvoudig soort netwerk dat een lokaal gedeeld netwerk
wordt genoemd. Gebruik deze configuratie uitsluitend voor kleine groepen of bij een
beperkt gebruik. De aangesloten computer gaat trager werken als veel gebruikers op
het apparaat afdrukken.
Voor het delen van het apparaat in een Mac OS X-omgeving is ten minste het
volgende vereist:
•
De Macintosh-computers moeten in het netwerk communiceren via TCP/IP en
moeten een IP-adres hebben. (AppleTalk wordt niet ondersteund.)
•
Het gedeelde apparaat moet verbonden zijn met een ingebouwde USB-poort op
de Macintosh-hostcomputer.
•
Op de hostcomputer en de clientcomputers die het gedeelde apparaat gebruiken,
moet software voor het delen van een apparaat en het stuurprogramma of PPD
voor het apparaat geïnstalleerd zijn. (U kunt de software voor het delen van het
apparaat en de bijbehorende Help-bestanden installeren via het
installatieprogramma.)
Voor meer informatie over het delen van een USB-apparaat raadpleegt u de
ondersteuningsinformatie op de Apple-website (www.apple.com) of de Mac Help op
de computer.
Het apparaat met andere computers delen
1. Open Systeemvoorkeuren, klik op Afdrukken en faxen, en doe vervolgens een
van volgende dingen afhankelijk van het besturingssysteem dat u gebruikt:
a. Mac OS X (v10.4): Klik op het tabblad Delen, vink het vakje naast Deze
printers met andere computers delen, en selecteer vervolgens de te delen
printer.
b. Mac OS X (v10.5): Selecteer een printer en klik op Deel deze printer.
2. Om af te drukken van de andere Macintosh-computers op het netwerk (de clients),
doet u het volgende:
a. Klik op Bestand en selecteer vervolgens Pagina-instellingen in het document
dat u wilt afdrukken.
b. In het vervolgmenu naast Formatteren voor selecteert u Gedeelde printers
en vervolgens selecteert u het apparaat.
50
Configureren en beheren
Het apparaat delen op een lokaal gedeeld netwerk
Opmerking In Mac OS X (v10.5) hebben sommige programma's geen
menu Pagina-instelling omdat het deel uitmaakt van het menu Afdrukken.
voor meer