Bediening
Aankookautomaat
Als de aankookautomaat geactiveerd is,
warmt de kookzone automatisch met
het hoogste vermogen op (aankoken)
en schakelt dan naar de ingestelde ver-
mogensstand (doorkookstand) terug.
De aankooktijd hangt van de ingestelde
doorkookstand af (zie tabel).
De aankookautomaat inschakelen
Raak de sensortoets van de ge-
wenste doorkookstand zo lang aan,
tot er een signaal klinkt en de sensor-
toets begint te knipperen.
Gedurende de aankooktijd (zie tabel)
knippert de ingestelde doorkookstand.
Als het aantal vermogensstanden is uit-
gebreid (zie hoofdstuk "Programme-
ring") en er een tussenstand is geselec-
teerd, knipperen de sensortoetsen voor
en na de tussenstand.
Als u tijdens de bereidingstijd de door-
kookstand wijzigt, deactiveert u de
aankookautomaat.
De aankookautomaat uitschakelen
Raak de sensortoets van de inge-
stelde doorkookstand aan of
stel een andere vermogensstand in.
24
Doorkookstand
1
1.
2
2.
3
3.
4
4.
5
5.
6
6.
7
7.
8
8.
9
De doorkookstanden met punt zijn alleen
beschikbaar als u het aantal vermogens-
standen heeft vergroot (zie "Programme-
ring").
Bereidingstijd
[min : sec]
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 15
ca. 0 : 25
ca. 0 : 25
ca. 0 : 50
ca. 0 : 50
ca. 2 : 00
ca. 5 : 50
ca. 5 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
ca. 2 : 50
–