Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Een Elektriciteitsmeter Aansluiten; 6.11.10 Controle Van Elektrische Aansluitingen - REMEHA Eria Tower Ace Installatie-, Gebruikers En Servicehandleiding

Inhoudsopgave

Advertenties

Tab.35
Vermogenstrappen dompelaar
Voeding
Eenfase
Driefase
6.11.9

Een elektriciteitsmeter aansluiten

Afb.73
EHC
kWh
L
MW-1002368-1

6.11.10 Controle van elektrische aansluitingen

7777889 - v06 - 27032023
Vermogen dompelaar
Maximaal vermogen = trap 1
+ trap 2
3 kW = 3 kW + 0 kW
6 kW = 3 kW + 3 kW
6 kW = 3 kW + 3 kW
N
N
L
N
L
Minimaal vermogen = trap 1
3 kW
3 kW
3 kW
Door het aansluiten van een energiemeter op de voeding van de
buitenunit kan de warmtepomp voorzien worden van een nauwkeurige
meting van het elektriciteitsverbruik.
Installeer een elektriciteitsmeter niet op de voeding van de dompelaar.
Installeer een elektriciteitsmeter niet op de voeding van de binnenunit.
1. Kies een EN 62053-31 standaard pulstype energiemeter.
2. Sluit de elektriciteitsmeter aan op de voeding van de buitenunit om het
elektriciteitsverbruik te meten.
Sluit een eenfasige elektriciteitsmeter aan als de buitenunit een
eenfasige voeding heeft.
Sluit een driefasige elektriciteitsmeter aan als de buitenunit een
driefasige voeding heeft.
3. Sluit de elektriciteitsmeter aan op de S0+/S0--ingang op de printplaat
EHC–08 van de binnenunit voor pulsmeting.
1. Controleer de netvoedingsaansluiting naar de volgende componenten:
Buitenunit
Binnenunit
Verwarmingselement
2. Controleer de buskabel tussen de binnenunit en de buitenunit:
Kabel met dubbele scheiding
Kabel gescheiden van voedingskabels
Kabel aan beide zijden correct aangesloten
3. Controleer of de gebruikte installatie-automaten de
aardlekschakelaars (ALS) compatibel zijn:
Installatie-automaat en aardlekschakelaar (ALS) van de buitenunit
Installatieautomaat van de binnenunit
Installatieautomaat elektrische bijverwarmer
4. Controleer de plaatsing en aansluiting van de sensoren:
Buitentemperatuursensor
Ruimtetemperatuursensor (indien aanwezig)
Debietsensor voor het tweede circuit (indien aanwezig)
5. Controleer de aansluiting van de circulatiepomp(en).
6. Controleer de aansluiting van de diverse opties.
7. Controleer dat de draden en aansluitklemmen goed bevestigd zijn of
aangesloten op de klemmenstroken.
8. Controleer de scheiding tussen de 230 V/400 V voedingskabels en
extra lagespanningskabels.
9. Controleer de aansluiting van de veiligheidstemperatuurbegrenzer van
de vloerverwarming (indien aanwezig).
10. Controleer of kabelklemmen worden gebruikt voor alle kabels die uit
het toestel gevoerd worden.
6 Installatie
Trap 2
0 kW
3 kW
3 kW
59

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave