6.9.2
Locatie van de buitenunit selecteren
Afb.39
6.9.3
Locatie van een geluidsscherm kiezen
Afb.40
6.9.4
Locatie van de buitenunit bepalen in koude en sneeuwachtige gebieden.
Afb.41
1 2
/
7777889 - v06 - 27032023
Om ervoor te zorgen dat de buitenunit naar behoren werkt, moet de
locatie voldoen aan bepaalde voorwaarden.
1. Bepaal de ideale opstelplaats voor de buitenunit en houd daarbij
rekening met de benodigde ruimte en alle wettelijke richtlijnen.
2. Neem tijdens de installatie de beschermingsklasse IP24 van de
buitenunit in acht.
3. Vermijd de volgende locaties, rekening houdend met het feit dat de
buitenunit geluid maakt:
Overheersende windrichting,
Dicht bij slaapvertrekken,
Dicht bij een terras,
Tegenover een muur met ramen.
4. Geen enkel obstakel mag de vrije luchtcirculatie rond de buitenunit
hinderen (aanzuiging en uitmonding).
5. Zorg ervoor dat de steun aan de volgende specificaties voldoet:
Plat oppervlak dat het gewicht van de buitenunit en de bijbehorende
MW-M001448-2
accessoires kan dragen (betonnen voetstuk, betonblok of drempel).
Geen stijve verbinding met het gebouw om de overdracht van
trillingen te voorkomen.
Minimale vrije ruimte ten opzichte van de grond van 200 mm om het
apparaat vrij van water, ijs en sneeuw te houden.
Voetstuk met een metalen frame om het condenswater op de juiste
wijze te kunnen afvoeren.
Belangrijk
De breedte van het voetstuk mag niet groter zijn dan die van de
buitenunit.
De condensaatafvoer moet regelmatig worden schoongemaakt
om eventuele verstoppingen te voorkomen.
Als de buitenunit zich te dicht bij de buren bevindt, kan er een
geluidsscherm worden aangebracht om geluidsoverlast te verminderen.
Installeer overeenkomstig de geldende wetgeving en normen.
1. Plaats het geluidsscherm zo dicht mogelijk bij de lawaaibron, maar
zorg dat de lucht in de wisselaar van de buitenunit vrij kan circuleren
en dat toegang voor onderhoudswerkzaamheden mogelijk blijft.
2. Houd de volgende minimale afstanden tussen de buitenunit en het
geluidsscherm aan.
MW-C000373-1
Wind en sneeuw kunnen de prestaties van de buitenunit aanzienlijk
verminderen. De locatie van de buitenunit moet aan de volgende
voorwaarden voldoen.
3
6 Installatie
4
MW-6000252-2
43