8.5.2.2
Meetpunt uitlaat
1 Uitlaat (Outlet)
Er verschijnen meer eigenschappen.
2
Eigenschappen navenant invoeren: kanaalgeometrie, soort lucht,
afmetingen van het kanaal (verschillende meeteenheden mogelijk) en
correctiefactor.
De correctiefactor is standaard ingesteld op 1,0. De instelling
kan tussen 0,01 en 9,99 liggen.
3 Opslaan (Save)
De instellingen werden opgeslagen.
aanklikken.
aanklikken.
8 Bediening
99