3 Productspecifieke veiligheidsinstructies
temperaturen hoger dan 45 °C (113 °F), wanneer deze niet uitdrukkelijk voor
hogere temperaturen zijn toegelaten.
Verbrandingsgevaar door hete sondes, sondebuizen en sensorpunten!
Hete onderdelen (> 45 °C/113 °F) niet direct na een meting met blote
handen aanraken.
- Bij verbranding de getroffen plek meteen afkoelen met koud water en evt. een
arts raadplegen.
Sondes, sondebuizen en sensorpunten laten afkoelen.
•
Het product mag niet in explosiegevaarlijke omgevingen worden gebruikt,
indien het niet uitdrukkelijk voor deze omgeving is goedgekeurd.
•
Stel het product niet bloot aan extreem hoge of lage temperaturen. Vermijd
temperaturen onder de -5 °C of boven de 45 °C, tenzij het product
uitdrukkelijk voor andere temperaturen is goedgekeurd.
•
Bescherm het product tegen stof en vuil. Zorg ervoor dat het niet wordt
blootgesteld aan een omgeving met stof, vuil, zand enz.
•
Voorkom dat het product valt.
•
Indien de veiligheid van de gebruiker niet meer gegarandeerd is, moet het
product buiten werking gesteld en tegen ongewild gebruik beveiligd worden.
Dit is het geval, wanneer het product:
o
duidelijke beschadigingen vertoont,
o
breuken aan de behuizing vertoont,
o
defecte meetleidingen heeft,
o
uitgelopen batterijen heeft,
o
de gewenste metingen niet meer uitvoert,
o
te lang en onder ongunstige omstandigheden werd opgeslagen,
o
tijdens het transport aan mechanische belastingen is blootgesteld.
3 Productspecifieke
veiligheidsinstructies
Geïntegreerde magneet
Levensgevaar voor dragers van pacemakers!
- Bewaar een minimale afstand van 20 cm tussen uw pacemaker en het
meetinstrument.
10
WAARSCHUWING
GEVAAR