Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina
TESTO 400 Gebruiksaanwijzing

TESTO 400 Gebruiksaanwijzing

Universele klimaatmeter
Verberg thumbnails Zie ook voor 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

testo 400 - universele klimaatmeter
Gebruiksaanwijzing

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Samenvatting van Inhoud voor TESTO 400

  • Pagina 1 400 - universele klimaatmeter Gebruiksaanwijzing...
  • Pagina 3: Inhoudsopgave

    Lichtnetadapter / accu ................20 7.1.1 Energiehouder laden ................20 7.1.2 LED-status accu ................... 21 7.1.3 Netvoeding ................... 21 testo 400 in- en uitschakelen ..............21 Touchscreen ..................22 Configuratie-assistent / wizard ............. 23 7.4.1 Taalselectie ..................23 7.4.2 Landinstellingen en eenheden ............. 23 7.4.3...
  • Pagina 4 Inhoudsopgave Tutorial ....................25 Voelers verbinden ................25 7.6.1 Kabelvoeler verbinden met de testo 400 ..........25 ® 7.6.2 Bluetooth -voeler verbinden met de testo 400........26 7.6.3 Voeler-update ..................26 Bediening ................... 30 Display – interface ................30 Hoofdmenu ..................31 Meting voorbereiden ................
  • Pagina 5 9.3.5 Zaklamp ..................... 131 9.3.6 Display instellingen ................131 9.3.7 Pin-blokkering..................132 9.3.8 Terugzetten van de testo 400 op fabrieksinstellingen ......134 Algemene informatie ................135 9.4.1 Algemene informatie over het instrument ........... 135 9.4.2 Tutorial oproepen ................135 9.4.3 Beknopte handleiding / uitvoerige handleiding oproepen ....
  • Pagina 6 Meting met de IAQ datalogger ............166 13.6.1 Algemeen ..................166 13.6.2 Meting uitvoeren met de IAQ datalogger ........... 167 13.7 Uitlezen IAQ datalogger ..............170 13.7.1 Met verbonden testo 400 ..............171 13.7.2 Met niet-verbonden testo 400 ............171 13.8 LED-status ..................173...
  • Pagina 7 Inhoudsopgave 13.9 Technische gegevens IAQ datalogger ..........173 Vragen en antwoorden ..............175 14.1 Contact en support ................175...
  • Pagina 9: Over Dit Document

    Houd u daarbij aan de voorgeschreven procedures. • Andere werkzaamheden mogen alleen door bevoegd vakpersoneel worden uitgevoerd. Anders weigert Testo de aansprakelijkheid voor de juiste werking van het product na de reparatie en voor de geldigheid van de toelatingen.
  • Pagina 10: Productspecifieke Veiligheidsinstructies

    3 Productspecifieke veiligheidsinstructies temperaturen hoger dan 45 °C (113 °F), wanneer deze niet uitdrukkelijk voor hogere temperaturen zijn toegelaten. WAARSCHUWING Verbrandingsgevaar door hete sondes, sondebuizen en sensorpunten!  Hete onderdelen (> 45 °C/113 °F) niet direct na een meting met blote handen aanraken.
  • Pagina 11: Afvoer En Recycling

    • Lever dit product na het einde van zijn levensduur in bij een inzamelpunt voor de gescheiden inzameling van elektrische en elektronische apparatuur (houd u aan de plaatselijke voorschriften), of lever het weer in bij Testo. • WEEE-reg.-nr. DE 75334352 Reiniging •...
  • Pagina 12: Opslag

    EG-verklaring van overeenstemming De EG-verklaring van overeenstemming vindt u op de testo website, www.testo.com, onder de productspecifieke downloads.
  • Pagina 13: Gegevensbescherming

    Informatie over de gegevensbescherming. 5 Gebruik De testo 400 is een meetinstrument voor het meten van klimaatrelevante parameters. De testo 400 is met name geschikt voor behaaglijkheidsmetingen ter beoordeling van werkplaatsen en voor stromingsmetingen in en aan luchtbehandelingssystemen. Hij mag alleen door gekwalificeerd personeel worden ingezet. Het...
  • Pagina 14: Productbeschrijving

    6 Productbeschrijving 6 Productbeschrijving Aanzicht voorkant 1 Knop Aan/Uit en Stand-by 2 Interface / touchscreen (zie hoofdstuk 9.1) 3 Frontcamera 4 Aansluitingen voor voelers (zie hoofdstuk 7.3)
  • Pagina 15: Aanzicht Achterkant

    6 Productbeschrijving Aanzicht achterkant 1 Camera 2 Aansluitingen verschildrukmeting (+/- indicatie) 3 Magneten 4 Fixering voor draagriem 5 USB-interface / aansluiting lichtnetadapter VOORZICHTIG De drukslang kan van de aansluiting afspringen. Verwondingsgevaar! - Op correcte verbinding letten. Voeleraansluitingen 1 Aansluiting thermokoppelvoeler 2 Aansluiting voeler met type K (T1 en T2) TUC-stekker (A en B)
  • Pagina 16: Overzicht Voelers

    6 Productbeschrijving Overzicht voelers 6.4.1 Compatibele kabelvoelers (digitaal) Beschrijving Bestelnr. Hittedraad-sonde, met kabel, incl. temperatuursensor 0635 1032 Hittedraad-sonde, met kabel, incl. temperatuur- en 0635 1572 vochtigheidssensor Hittedraad-sonde (Ø 7,5 mm), met kabel , incl. 0635 1026 temperatuursensor Hittebol-sonde (Ø 3 mm), met kabel , incl. 0635 1051 temperatuursensor Vleugelrad-sonde (Ø...
  • Pagina 17: Compatibele Ntc-Voelers

    6 Productbeschrijving Beschrijving Bestelnr. ® Temperatuur-vochtigheids-sonde met Bluetooth 0636 9731 Uiterst nauwkeurige temperatuur-vochtigheids-sonde 0636 9771 ® met Bluetooth ® -sonde met Bluetooth , incl. temperatuur- en 0632 1552 vochtigheidssensor ® CO-sonde met Bluetooth 0632 1272 6.4.3 Compatibele NTC-voelers Beschrijving Bestelnr. Waterdichte dompel-/steekvoeler –...
  • Pagina 18: Compatibele Smart Probes (Digitaal)

    6 Productbeschrijving 6.4.5 Compatibele Smart Probes (digitaal) Beschrijving Bestelnr. testo 115i - Tangthermometer met smartphone- 0560 1115 bediening 0560 2115 02 0560 2115 03 (US) testo 805i - Infrarood-thermometer met smartphone- 0560 1805 bediening testo 605i - Thermo-hygrometer met smartphone-...
  • Pagina 19 0602 2693 Buisvoeler TE type K 0602 4592 Tangvoeler met thermopaar 0602 4692 Magneetvoeler 0602 4792 Magneetvoeler Tmax 400°C 0602 4892 Steekbare dompel-meetpunt, buigzaam 0602 5693 Meetpunt met TE-stekker TE type K 0602 5792 Meetpunt met TE-stekker type K, klasse 3...
  • Pagina 20: Inbedrijfstelling

    Accu alleen laden bij een omgevingstemperatuur van 0 … 45 °C. 7.1.1 Energiehouder laden USB-lichtnetadapter aansluiten op USB-interface / adapteraansluiting van de testo 400 (zie hoofdstuk 7.2). Netstekker van de netadapter op een contactdoos aansluiten.  Het laden begint. Als de energiehouder volledig leeg is, bedraagt de laadtijd op kamertemperatuur ca.
  • Pagina 21: Led-Status Accu

    7.1.3 Netvoeding USB-lichtnetadapter aansluiten op USB-interface / adapteraansluiting van de testo 400 (zie hoofdstuk 7.2). Netstekker van de netadapter op een contactdoos aansluiten.  Het meetinstrument wordt gevoed via de netadapter. De accu laadt. testo 400 in- en uitschakelen...
  • Pagina 22: Touchscreen

    Niet opgeslagen meetwaarden gaan bij uitschakelen van het meetinstrument verloren. Touchscreen Om de testo 400 te gebruiken hebt u maar drie touchscreen-bewegingen nodig: Beschrijving Tippen Om toepassingen te openen, menu-symbolen te selecteren, buttons op het display in te drukken of met het toetsenbord tekens in te voeren, tipt u deze met een vinger aan.
  • Pagina 23: Configuratie-Assistent / Wizard

    Configuratie-assistent / wizard Bij de eerste keer starten van de testo 400 is de configuratie-assistent / wizard geactiveerd die u stap voor stap door de onderstaande instellingsparameters leidt.
  • Pagina 24: Datum En Tijd

    De ondernemingsgegevens die op het moment van de meting in de testo 400 zijn opgeslagen, kunnen niet achteraf worden veranderd in het pdf-rapport van de meting. Pas bij een nieuwe meting worden de nieuwe ondernemingsgegevens meegenomen in het pdf-rapport.
  • Pagina 25: Tutorial

    Tijdens een voeler-update mag de verbinding echter niet worden verbroken. 7.6.1 Kabelvoeler verbinden met de testo 400 > Verbind de testo 400 met de voeler via de TUC-steekplaats.  De kabelvoeler wordt in het sensorbeheer, in het standaardmenu resp. in het betreffende meetmenu onmiddellijk weergegeven. Verbinding verbreken >...
  • Pagina 26: Bluetooth ® -Voeler Verbinden Met De Testo 400

    ® Voeler via de toets op de Bluetooth -handgreep inschakelen en erop letten dat de voeler max. 1 m van de testo 400 verwijderd is.  LED op de handgreep van de voeler knippert geel. Zodra de verbinding tot stand is gekomen, knippert de led groen.
  • Pagina 27 7 Inbedrijfstelling Geavanceerde instellingen aanklikken. Update voor verbonden instrumenten activeren.  Update voor verbonden instrumenten is geactiveerd. Alternatief kan de update ook handmatig worden uitgevoerd (hoofdstuk 8.1 / 8.4.1). Tijdens de voeler-update mag de verbinding NIET worden verbroken. De update moet compleet worden uitgevoerd.
  • Pagina 28 7 Inbedrijfstelling  Updatebericht verschijnt. > Update starten (Start Update) aanklikken.  Update start.
  • Pagina 29 7 Inbedrijfstelling  Update-status.
  • Pagina 30: Bediening

    8 Bediening 8 Bediening Display – interface Hoofdmenu openen Weergave van de meetduur Weergave berekende meetresultaten Meetwaarde per voeler Controlebalk met verschillende functietoetsen Instrument-statusbalk Configuratie Meetwaarde-indicatie bewerken / alarmwaarden instellen Andere symbolen op de interface (zonder nummering) Eén niveau terug Aanzicht verlaten Rapport delen Zoeken...
  • Pagina 31: Hoofdmenu

    (zie hoofdstuk 10) Hulp en informatie (Help and Information) (zie hoofdstuk 10.4) Overige toepassingen (Other applications) (zie hoofdstuk 10.4.5) Extra symbolen op de testo 400: Eén niveau terug Wissen Aanzicht verlaten Meer informatie Meetgegevens / rapporten delen Rapport tonen Zoeken...
  • Pagina 32: Meting Voorbereiden

    > 2 uur tot 1 dag 60 sec > 1 dag tot 21 dagen 5 min Met de testo 400 (en de IAQ datalogger) kunnen maximaal 1 miljoen meetwaarden (bij maximaal 18 kanalen) met één meting geregistreerd worden. Voorbeeld 1: Resultaat: 9.216 meetwaarden...
  • Pagina 33: Meetmodus

    Als afzonderlijke meetwaarden bij een voeler verborgen worden, dan worden deze instellingen voor elke specifieke voeler op de testo 400 opgeslagen en in alle toepassingsmenu's overgenomen. De ingestelde eenheden worden daarentegen alleen in het betreffende toepassingsmenu opgeslagen, maar onafhankelijk van de tijd.
  • Pagina 34 8 Bediening De teller bovenin geeft het aantal overgenomen meetwaarden aan. De meting hoeft niet expliciet gestart te worden. Druk op Overnemen (Apply).
  • Pagina 35: Duurmeting

    (er verschijnt een waarschuwing). Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). 8.3.2.2 Duurmeting Bij de duurmeting kan een begintijd, een meetduur en een meetfrequentie worden vastgelegd, of de meting kan handmatig worden gestart en beëindigd.
  • Pagina 36 (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). De teller bovenin wordt oranje en meet de tijd (na Stop wordt de teller weer grijs). Links naast de teller is het cijfer van de actuele / laatste –...
  • Pagina 37: Toepassingsmenu's

    8 Bediening Toepassingsmenu's De testo 400 beschikt over vast opgeslagen meetprogramma’s. Hiermee kan de gebruiker zijn specifieke meettaken comfortabel configureren en uitvoeren. De testo 400 biedt de volgende Meetmenu's:...
  • Pagina 38: Standaard Menu

    8 Bediening Standaard menu (Basic view) Debiet kanaal (Volume flow, duct) Debiet matrixmeting (EN 12599) (Volume flow rate – grid measurement as per EN 12599) Debiet matrixmeting (ASHRAE 111) (Volume flow rate – grid measurement as per ASHRAE 111) Debiet – uitlaat (Volume flow (outlet)) Debiet –...
  • Pagina 39: Alarmwaarden Instellen

    Vanaf app-versie 14.51.14 kan bij de testo 400 in het standaard menu optioneel de stromingssnelheid worden weergegeven. Deze wordt berekend met een vaste pitotbuisfactor van 1,00 en de vaste parameters 20,0 °C en 50 % RV.
  • Pagina 40 8 Bediening 3 EDIT aanklikken en de alarmwaarden invoeren. 4 Alarmen overnemen (Apply Alarms) aanklikken.  In het grafek-aanzicht zijn de alarmwaarden door aanklikken van zichtbaar.
  • Pagina 41: Grafiek-Menu

    8 Bediening 8.4.1.2 Grafiek-menu In het grafiek-menu kunnen de waarden voor maximaal 4 kanalen tegelijkertijd in hun chronologische verloop worden weergegeven. Alle gemeten meetgrootheden kunnen via de kanaalkeuze (klikken op een van de vier keuzevelden) in het grafiek-menu worden getoond. Na selectie van een meetgrootheid wordt de waarde automatisch geactualiseerd.
  • Pagina 42: Tabel-Menu

    8 Bediening 8.4.1.3 Tabel-menu Hoofdmenu openen 2 Verandering van weergave 3 Kolom met datum en tijd 4 Pijltoetsen om direct naar het einde van de tabel te gaan 5 Statusbalk Configuratiemenu openen 7 Voeler-ID - meeteenheid 8 Meetwaarden 9 Button Nieuw / Start / Stop / Opslaan 8.4.2 Debiet kanaal...
  • Pagina 43 8 Bediening aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren. De meting kan ook zonder klantgegevens worden gestart. Deze kunnen daarna aan het meetresultaat worden toegevoegd.
  • Pagina 44 8 Bediening Andere instellingen navenant uitvoeren. 7 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.  Actueel gemeten waarden worden weergegeven.
  • Pagina 45: Debiet - Matrixmeting Volgens Din En 12599

    8 Bediening 8.4.3 Debiet - matrixmeting volgens DIN EN 12599 Met deze toepassing kan het debiet in een kanaal van ventilatiesystemen worden gemeten volgens de norm DIN EN 12599. Hiertoe bestaan er verschillende mogelijkheden, die met name verschillen in het meetbereik en in de benodigde voelers: •...
  • Pagina 46 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren en Volgende (Next) aanklikken. Bij de debietmeting volgens norm DIN EN 12599 dient de meting op verschillende meetpunten te worden uitgevoerd. Het aantal meetpunten hangt samen met de afstand van het stoorpunt en de onregelmatigheden van het profiel. Meetinterval voor elk meetpunt in het kanaal configureren.
  • Pagina 47 8 Bediening  Na geslaagde meting van een meetpunt springt de meet-assistent meteen naar het volgende totdat alle meetpunten zijn aangevinkt. U hebt nu drie opties om verder te gaan. Het is ook mogelijk om afzonderlijke meetpunten te corrigeren en te overschrijven door het betreffende punt op het display te selecteren en een nieuwe meting te starten.
  • Pagina 48 Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). Als men via de doorsnede sterke verschillen in de stromingssnelheid vaststelt, dan moet het aantal meetpunten verhoogd worden. Het aantal meetpunten is voldoende, als de meetwaarde van een vlak representatief is voor zijn nabije omgeving, d.w.z.
  • Pagina 49: Debiet - Matrixmeting Volgens Ashrae 111

    8 Bediening  Aan het einde van een debietmeting volgens deze norm verkrijgt u met het weergegeven resultaat de gemiddelde debieten en een weergave van de meetnauwkeurigheid die erbij helpt om het meetresultaat beter in te schatten. 8.4.4 Debiet - matrixmeting volgens ASHRAE 111 Met deze toepassing kan het debiet in een kanaal van ventilatiesystemen worden gemeten volgens de norm ASHRAE 111.
  • Pagina 50 8 Bediening aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Debiet – matrixmeting volgens ASHRAE 111 aanklikken.  Meetmenu debiet – matrixmeting volgens ASHRAE 111 verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren en Volgende (Next) aanklikken. Bij de debietmeting volgens norm ASHRAE 111 dient de meting op verschillende meetpunten te worden uitgevoerd.
  • Pagina 51 8 Bediening Meetinterval voor elk meetpunt in het kanaal configureren. 7 Start (Start) aanklikken. Hoe langer bij een meetpunt wordt gemeten, des te nauwkeuriger is het resultaat aan het einde van de debietmeting volgens DIN EN 12599.  Tijdens de meting in het kanaal wordt automatisch de vereiste insteekdiepte van het volgende meetpunt op het display weergegeven.
  • Pagina 52: Debiet Uitlaat

    Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). Als men over de doorsnede sterke verschillen in de stromingssnelheid vaststelt, dan moet het aantal meetpunten verhoogd worden. Het aantal meetpunten is dan voldoende, als de meetwaarde van een vlak representatief is voor zijn nabije omgeving, d.w.z.
  • Pagina 53: Debiet Trechter

    8 Bediening  Meetmenu debiet uitlaat verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren. Bij de debietmeting aan het uitlaatrooster kan het vrije oppervlak van het rooster in procent worden ingevoerd om rekening te houden met mogelijke storingsbronnen. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.
  • Pagina 54 8 Bediening aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Debiet trechter aanklikken.  Meetmenu debiet trechter verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren.  Meetbeeldscherm verschijnt. De voor de meting relevante voeler is oranje gemarkeerd. U hebt nu drie opties om verder te gaan.
  • Pagina 55: Debiet Pitotbuis

    8 Bediening Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). 8.4.7 Debiet pitotbuis Met deze toepassing kan het debiet in een kanaal van ventilatiesystemen worden gemeten. De debietmeting met pitotbuis is geschikt voor metingen bij hoge snelheden en in stromingen met veel deeltjes.
  • Pagina 56 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. Andere instellingen navenant uitvoeren.
  • Pagina 57 8 Bediening Prandl-pitotbuizen (artikelnr.: 0635 2045, 0635 2145, 0635 2345): pitotbuisfactor: 1,00. Rechte pitotbuizen (artikelnr.: 0635 2043, 0635 2143, 0635 2243): pitotbuisfactor: 0.67. Voor pitotbuizen van andere fabrikanten kijkt u voor de pitotbuisfactor in de gebruiksaanwijzing of u vraagt na bij de leverancier. 8 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.
  • Pagina 58: Debiet K-Factor

    Debiet k-factor Via meting van de referentieweerstand en invoer van de k-factor kan de testo 400 het debiet bepalen. Op die manier kan de testo 400 bij instellingen aan de luchtuitlaat aangesloten blijven en kan men de veranderingen van het debiet direct aflezen op het display.
  • Pagina 59 8 Bediening hand van deze specificaties wordt op een door de fabrikant of leverancier aangegeven positie de verschildruk gemeten. Via een voor de component specifieke k-factor wordt door middel van de volgende wiskundige vergelijking het debiet bepaald aan de hand van de verschildruk: Debiet Gemeten verschildruk in Pa Voor de installatie specifieke correctiefactor...
  • Pagina 60 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken. 7 Start (Start) aanklikken.
  • Pagina 61: Behaaglijkheid - Pmv/Ppd (En 7730 / Ashrae 55)

    Vote) en de relatieve onbehaaglijkheid (PPD = Predicted Percentage Dissatisfied) bijv. op werkplekken (beschreven in de ISO 7730). De voor de PMV / PPD-meting noodzakelijke gemiddelde stralingstemperatuur (mean radiant temperature) wordt in de testo 400 berekend op basis van de...
  • Pagina 62 8 Bediening meetgrootheden globetemperatuur, omgevingstemperatuur en luchtsnelheid. De formule is gebaseerd op gedwongen convectie en geldt voor de zwarte bol met een diameter van 150 mm volgens DIN EN ISO 7726. Noodzakelijke meetparameters • gemiddelde stralingstemperatuur in °C = t •...
  • Pagina 63 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Kleding (Clothing) Activiteit (Activity) vastleggen. 7 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.
  • Pagina 64 8 Bediening  Actueel gemeten waarden worden weergegeven.  Actueel gemeten waarden worden grafisch weergegeven. In te voeren factoren Kleding...
  • Pagina 65 8 Bediening Kleding verlaagt de warmteverliezen van het lichaam en wordt daarom geclassificeerd aan de hand van zijn isolatiewaarde. De isolerende werking van kleding wordt aangegeven in de eenheid clo of m² °K/W (1 clo = 0,155 m² K/W). De clo-waarde kan worden berekend door de waarden van de afzonderlijke kledingstukken op te tellen.
  • Pagina 66: Onbehaaglijkheid - Dr-Index

    8 Bediening De in te voeren factoren hebben betrekking op ISO 7730 bijlage B en Wij raden aan om de volgende voelers te gebruiken: • Globe-thermometer (0602 0743) • IAQ-sonde (0632 1551 Bluetooth® / 0632 1552 kabel / 0632 1550 sondekop) •...
  • Pagina 67 Op basis van deze drie waarden berekent de testo 400 de procentuele ontevredenheid bij tochtverschijnselen. De turbulentiegraad-sonde heeft na aansluiting op de testo 400 circa 3 seconden nodig om op te warmen. Voer de meting pas daarna uit.
  • Pagina 68 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken. Aan de hand van de 3 cijfers van de voeler-ID de sondes toewijzen aan de meetpositie. De mogelijkheid bestaat om tot drie sondes tegelijkertijd (met IAQ-datalogger) aan te sluiten, maar ook om met één sonde achtereenvolgens op drie hoogtes te meten.
  • Pagina 69: Verschiltemperatuur (Δt)

    8 Bediening  Actueel gemeten waarden worden weergegeven. De meetwaarden kunnen ook onder Grafiek (Graphic) Tabel (Table) worden opgeroepen. Als de hoogtes achtereenvolgens worden gemeten, dan kan na geslaagde meting op de eerste hoogte direct op de tweede hoogte worden geklikt en kan de meting pas na afsluiten van de derde hoogte worden opgeslagen.
  • Pagina 70 8 Bediening aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Verschiltemperatuur (ΔT) aanklikken.  Verschiltemperatuur (ΔT) Meetmenu verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken. 7 Start (Start) aanklikken.  De meting start.
  • Pagina 71: Verschildruk (Δp)

     Actueel gemeten waarden worden weergegeven. 8.4.12 Verschildruk (ΔP) De testo 400 kent een interne absolute- en verschildruksensor. Met deze sensor kan bijvoorbeeld de verschildruk van twee ruimtes worden onderzocht. Drukslangen aansluiten op de + en - aansluitingen. VOORZICHTIG De drukslang kan van de aansluiting afspringen.
  • Pagina 72 8 Bediening aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren. 7 Configuratie overnemen [Apply Configuration] aanklikken. aanklikken om de verschildruksensor op nul te zetten. 9 Start (Start) aanklikken.  De meting start.
  • Pagina 73: Wet Bulb Globe Temperature (Wbgt) Meting

    8 Bediening  Actueel gemeten waarden worden weergegeven. Bij sterk schommelende meetwaarden valt een demping van de meetwaarden aan te bevelen (zie hoofdstuk 9.7.5). 8.4.13 Wet Bulb Globe Temperature (WBGT) meting Meetprogramma beschikbaar vanaf app-versie 12.4. Voor de toepassing WBGT meting zijn drie temperatuurvoelers nodig.
  • Pagina 74 8 Bediening Voor de berekening wordt de volgende formule gebruikt: WBGT = 0,7 x T + 0,3 x T WBGTS = 0,7 x T + 0,2 x T + 0,1 x T aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Wet Bulb Globe Temperature (WBGT) aanklikken.
  • Pagina 75 8 Bediening  De meting start.  Actueel gemeten waarden worden weergegeven. Bovendien is er in het meetmenu en in het resultaatscherm een informatie-button met de richtwaarden van de WBGT-index overeenkomstig ISO 7243 om de meetresultaten te beoordelen.
  • Pagina 76: Koudetechniek

    8 Bediening 8.4.14 Koudetechniek Met deze toepassing kan de oververhitting en onderkoeling van koelsystemen met verschillende koudemiddelen worden bepaald. De gemeten waarden worden in een digitale manifold weergegeven. Voor de toepassing koude meting zijn vier voelers nodig. Twee tangthermometers en twee hogedrukmeters. aanklikken.
  • Pagina 77 8 Bediening 6 Configuratie overnemen [Apply Configuration] aanklikken.  Meetbeeldscherm verschijnt. aanklikken om de verbonden voelers toe te wijzen aan de locaties. Koelmiddel selecteren. aanklikken (549i) om de hogedrukmeter op nul te zetten.  Aanwijzing verschijnt, druk wordt op nul gezet.
  • Pagina 78 8 Bediening 10 Start (Start) aanklikken.  De meting start. 11 Stop (Stop) aanklikken.
  • Pagina 79: Doel-Oververhitting

    Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). 8.4.15 Doel-oververhitting Met deze toepassing kan de doel-oververhitting worden berekend en vervolgens als trendlijn worden weergegeven. Belangrijke parameters zoals de ODDB en RAWB kunnen ofwel handmatig worden ingevoerd of door een voeler worden bepaald.
  • Pagina 80 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. De waarden ODDB en RAWB kunnen handmatig worden vastgelegd of met een voeler worden gemeten. 6 Configuratie overnemen [Apply Configuration] aanklikken.  Meetbeeldscherm verschijnt.
  • Pagina 81 8 Bediening aanklikken om de verbonden voelers toe te wijzen aan de locaties. Koelmiddel selecteren. aanklikken (549i) om de hogedrukmeter op nul te zetten.  Aanwijzing verschijnt, druk wordt op nul gezet.
  • Pagina 82 8 Bediening 10 Start (Start) aanklikken.  De meting start. 11 Stop (Stop) aanklikken.
  • Pagina 83: Compressortest (T3)

    549i gebruikt. Behalve de gewone temperatuursensoren voor oververhitting en onderkoeling moet een extra temperatuurvoeler worden verbonden. Om de meting uit te voeren worden de testo 115i (tangthermometers) of voelers met kabel gebruikt. Controleer vóór elke meting of de koudemiddelslangen intact zijn.
  • Pagina 84 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.  Meetbeeldscherm verschijnt.
  • Pagina 85: Koel- / Verwarmingsvermogen

    Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). 8.4.17 Koel- / verwarmingsvermogen Met deze toepassing kan het koel- en verwarmingsvermogen van een systeem worden bepaald. Door gebruik van twee vochtigheids-meetinstrumenten wordt automatisch de enthalpie berekend.
  • Pagina 86 8 Bediening Voor de toepassing koel-/ verwarmingsvermogen zijn twee thermo- hygrometers nodig (bijv. 0636 9731, 0636 9771, 0636 9775 of 0560 2605 02). aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Koel- / verwarmingsvermogen aanklikken.  Meetmenu Koel- / verwarmingsvermogen verschijnt. aanklikken.
  • Pagina 87 8 Bediening aanklikken om de verbonden voelers toe te wijzen aan de locaties. 8 Start (Start) aanklikken.  De meting start.
  • Pagina 88: Dichtheidstest (Tightness Test)

    Opslaan (Save): de actuele meting verlaten en alle meetwaarden opslaan op de testo 400 (zie hoofdstuk 9.6). 8.4.18 Dichtheidstest (Tightness Test) De dichtheidstest (met lucht, aardgas, vloeibaar gas of propaan) is een dichtheidstest voor leidingen inclusief de armaturen, maar zonder gastoestellen en bijhorende regel- en veiligheidsinrichtingen.
  • Pagina 89 8 Bediening  Hoofdmenu verschijnt. Meten aanklikken. 3 Dichtheidstests aanklikken.  Meetmenu Dichtheidstests verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.  Meetbeeldscherm verschijnt. aanklikken om de verbonden voelers toe te wijzen aan de locaties. Na het opbouwen van de druk moet een stabilisatietijd worden afgewacht om eventuele drukschommelingen niet mee te nemen in de meting.
  • Pagina 90: Net Meting (Normal Effective Temperature)

    8 Bediening 8 Start (Start) aanklikken.  Stabilisatietijd start.  Meetwaarde wordt weergegeven.  Stabilisatietijd wordt beëindigd.  Meettijd start.  Na afloop van de meting worden de meetwaarden automatisch opgeslagen en weergegeven.  Het meetwaardenresultaat kan beoordeeld worden. 8.4.19 NET meting (Normal Effective Temperature) Meetprogramma beschikbaar vanaf app-versie 14.51.14 Voor de toepassing NET meting zijn een vochtigheids- temperatuurvoeler (alternatief CO2-voeler), een turbulentiegraadsonde...
  • Pagina 91 8 Bediening gebruikt op werkplekken die blootstaan aan hitte waar de invloed van de warmtestraling verwaarloosd en kleding met lange mouwen gedragen mag worden. NET en CET worden berekend volgens DIN EN 33403-3:2011. Vereiste meetparameters zijn: luchttemperatuur in °C = T Wet Bulb temperatuur in °C = T stromingssnelheid in m/s = V stralingstemperatuur in °C = T...
  • Pagina 92 8 Bediening Benodigde instellingen uitvoeren en voelers toewijzen. 6 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.
  • Pagina 93 8 Bediening  Meetbeeldscherm verschijnt. 7 Start (Start) aanklikken.  Meettijd start.
  • Pagina 94: Klantenbeheer

    8 Bediening  De meetwaarden kunnen tijdens de meting in de live-, grafiek-, en tabelweergave worden bekeken.  Na afloop van de meting worden de meetwaarden automatisch opgeslagen en weergegeven.  Het meetwaardenresultaat kan beoordeeld worden. Via de Info-button kan men de tabel bij de NET richtwaarden volgens DIN 33403-3 ter beoordeling van het meetresultaat oproepen.
  • Pagina 95: Klant Aanmaken En Bewerken

    8 Bediening 8.5.1 Klant aanmaken en bewerken aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Klant aanklikken.  Menu klant verschijnt. 3 + Nieuwe klant aanklikken.  Er kan een nieuwe klant worden aangemaakt. Alle relevante klantgegevens instellen. 5 Opslaan aanklikken.  De nieuwe klant werd opgeslagen. 8.5.2 Meetpunten aanmaken en bewerken aanklikken.
  • Pagina 96 8 Bediening  Hoofdmenu verschijnt. Klant (Customer) aanklikken.  Menu klant verschijnt. 3 + Nieuwe klant aanklikken. Rechter tabblad Meetpunt (Measuring site) aanklikken. 5 + Nieuw meetpunt aanklikken.  Er kan een nieuw meetpunt worden aangemaakt. Alle relevante meetpuntinformatie instellen. Rechter tabblad Eigenschappen (Parameters)
  • Pagina 97: Meetpunt Kanaal

    8 Bediening  Het nieuwe meetpunt werd opgeslagen. 8.5.2.1 Meetpunt kanaal 1 Kanaal (Duct) aanklikken.  Er verschijnen meer eigenschappen. Eigenschappen navenant invoeren: kanaalgeometrie, soort lucht, afmetingen van het kanaal (verschillende meeteenheden mogelijk) en correctiefactor. De correctiefactor is standaard ingesteld op 1,0. De instelling kan tussen 0,01 en 9,99 liggen.
  • Pagina 98 8 Bediening 3 Opslaan (Save) aanklikken.  De instellingen werden opgeslagen. HVAC-matrixmeting 1 HVAC-matrixmeting (HVAC grid measurement) met de schuifregelaar activeren.  Er kan gedetailleerde informatie over een meting volgens norm worden opgeslagen om de optimale insteekdiepte van de sonde in het kanaal door de meet-assistent te laten bepalen.
  • Pagina 99: Meetpunt Uitlaat

    8 Bediening 8.5.2.2 Meetpunt uitlaat 1 Uitlaat (Outlet) aanklikken.  Er verschijnen meer eigenschappen. Eigenschappen navenant invoeren: kanaalgeometrie, soort lucht, afmetingen van het kanaal (verschillende meeteenheden mogelijk) en correctiefactor. De correctiefactor is standaard ingesteld op 1,0. De instelling kan tussen 0,01 en 9,99 liggen. 3 Opslaan (Save) aanklikken.
  • Pagina 100: Meetpunt K-Factor

    8 Bediening 8.5.2.3 Meetpunt k-factor 1 k-factor [k-factor] aanklikken.  Er verschijnen meer eigenschappen. Eigenschappen navenant invoeren: specifieke k-factor, debiet, verschildruk en soort lucht. 3 Opslaan [Save] aanklikken.  De instellingen werden opgeslagen. 8.5.3 Klanten en meetpunten zoeken en beheren Klant zoeken aanklikken.
  • Pagina 101 8 Bediening aanklikken.  Invoervenster verschijnt. Naam invoeren.  De geselecteerde klant verschijnt in het overzicht. Adres verwijderen Gewenste klant aanklikken.  verschijnt rechts boven. aanklikken. Waarschuwing bevestigen. Meetpunt van een klant zoeken aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Klant aanklikken.  Menu klant verschijnt.
  • Pagina 102: Meetgegevensbeheer

    Let daarom altijd op de waarschuwingen. Meetgegevensbeheer Alle metingen die op de testo 400 zijn opgeslagen, zijn te vinden in het Geheugen [Memory]. Er kan voor de afzonderlijke metingen klant- en meetpuntinformatie worden opgeslagen, er kunnen foto’s en commentaren...
  • Pagina 103: Meetgegevens Beheren

    8 Bediening Element Element Zoeken Bewerken 3 Opgeslagen meting met datum / tijd, klant- / meetpuntinformatie, applicatiebeschrijving 8.6.1 Meetgegevens beheren Na klikken op een opgeslagen meting verschijnt het bijhorende resultaatscherm. Daarop zijn alle eigenschappen bij de meting te zien. Er kan klant- en meetpuntinformatie worden opgeslagen, er kunnen foto’s en commentaren worden toegevoegd en pdf-rapporten, csv- en json bestanden worden aangemaakt en via bluetooth of e-mail geëxporteerd.
  • Pagina 104 8 Bediening Benodigde meting aanklikken.  De meting verschijnt. Indien nodig Klant toevoegen (Add a customer) aanklikken (zie hoofdstuk 9.5). Indien nodig Afbeeldingen als bijlagen (Attached images) aanklikken.  Foto kan uit de Directory worden toegevoegd of met de Camera worden gemaakt.
  • Pagina 105 8 Bediening  De klant, de bijgevoegde foto’s en het commentaar verschijnen op het resultaatscherm.  Het berekende resultaat van de meting wordt onder de klantgegevens, foto’s en commentaren weergegeven. De overige meetwaarden zijn toegewezen aan de betreffende voelers. De voor het applicatiemenu relevante voelers zijn oranje gemarkeerd. De overige voelers die tijdens de meting aanvullende meetwaarden...
  • Pagina 106 PMV/PPD metingen het tabblad Grafiek [Graphic]. Het grafiekverloop van de afzonderlijke metingen kan te allen tijd in de software testo DataControl worden opgeroepen (zie hoofdstuk 13.8.2). Bij HVAC-matrixmetingen volgens de norm EN 12599 resp. ASHRAE zijn de gemeten Meetpunten [Measuring Points] en niet de meetwaarden algemeen te zien.
  • Pagina 107 8 Bediening  Keuzevenster verschijnt, het meetrapport kan als csv- of json- bestand geëxporteerd worden. 2 CSV-bestand JSON-bestand kiezen en Export starten (Start Bijlage / foto’s toevoegen (Add / export) aanklikken. Desgewenst Attach Images) button activeren.
  • Pagina 108 8 Bediening  Export-mogelijkheden verschijnen. 3 Bluetooth E-mail aanklikken. E-mail account moet eerst geconfigureerd worden voordat deze optie beschikbaar is (zie hoofdstuk 10.2). Rapport converteren in een pdf-bestand Rapport aanklikken.
  • Pagina 109 (Create PDF with all readings) in de testo 400 vanwege de bestandsgrootte en het aantal pagina’s slechts tot 30 pagina’s mogelijk is. In de software testo DataControl kunnen de pdf-bestanden echter voor alle metingen zonder beperkingen worden gemaakt.  Rapport met alle informatie wordt gemaakt.
  • Pagina 110 8 Bediening  Keuzevenster verschijnt. Het rapport ® kan per e-mail of Bluetooth worden verstuurd. ® E-mail of Bluetooth aanklikken.  Rapport wordt verstuurd. Rapport afdrukken Rapport aanklikken.
  • Pagina 111: Meetgegevens Bewerken

    8 Bediening  Keuzevenster verschijnt. 2 Afdrukken (Print) aanklikken.  Rapport wordt afgedrukt. 8.6.2 Meetgegevens bewerken aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Geheugen aanklikken.
  • Pagina 112 8 Bediening  Menu geheugen verschijnt. aanklikken.  Naast elke opgeslagen meting verschijnen keuzevelden. Keuzevelden van benodigde metingen aanklikken.
  • Pagina 113 8 Bediening  De metingen worden gemarkeerd met een vinkje. Export (Export) Rapport (Report) aanklikken.  Alle gemarkeerde metingen worden als csv of json bestand resp. als ® pdf-rapport via Bluetooth of e-mail verstuurd. Wissen (Delete) aanklikken.
  • Pagina 114: Meetgegevens Zoeken

    8 Bediening  Keuzevenster verschijnt, de geselecteerde meetrapporten kunnen worden gewist. 7 Meetgegevens wissen (Delete Measurement Data) Annuleren (Cancel) aanklikken. 8.6.3 Meetgegevens zoeken Met de zoekfunctie kunnen de gezochte metingen snel en eenvoudig op zoekbegrippen worden gefilterd. Daarbij worden zowel de klant- en meetpuntnamen als de beschrijvingen van de applicaties meegenomen bij het zoeken.
  • Pagina 115 8 Bediening  Menu geheugen verschijnt. aanklikken.  Tekstveld voor zoeken verschijnt.
  • Pagina 116: Sensorbeheer

    Het zoekbegrip kan worden ingevoerd. Bij het invoeren hoeft niet te worden gelet op kleine of hoofdletters. Sensorbeheer Alle sensoren die de testo 400 gebruikt, vindt u in het menu Sensoren [Sensors]. Daar kan algemene informatie over de momenteel verbonden en over de onlangs verbonden voelers worden bekeken.
  • Pagina 117: Kalibratie

    Informatie over model, artikelnummer, serienummer en versie firmware verschijnt. 8.7.2 Kalibratie Voor alle sensoren kunnen in het tabblad Meetgrootheid kalibratiegegevens voor afzonderlijke meetgrootheden van de voelers worden opgeslagen. De voeler is verbonden met de testo 400. ✓ aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Sensoren aanklikken. ...
  • Pagina 118: Oppervlaktetoeslag

    (bij oppervlakken die kouder zijn dan de omgeving is het omgekeerde het geval). Dit effect kan met een toeslag in % van de meetwaarde gecorrigeerd worden. De voeler is verbonden met de testo 400. ✓ aanklikken.
  • Pagina 119: Justeren

    Een meetonzekerheid, veroorzaakt door het instrument, valt door deze technologie weg. De kalibratie van de voeler kan zonder handinstrument worden uitgevoerd. Door het invoeren van de justeer-/kalibratiegegevens wordt een nul-fouten-indicatie verkregen. De voeler is verbonden met de testo 400. ✓ aanklikken. ...
  • Pagina 120 8 Bediening Gewenste voeler aanklikken.  Informatie over model, artikelnummer, serienummer en versie firmware verschijnt. Tabblad Meetgrootheden aanklikken.  Venster met meetgrootheden verschijnt. Benodigde meetgrootheden aanklikken.  Meetgrootheid verschijnt. 6 Justeren aanklikken. Er kunnen in totaal zes verschillende justeer-waarden worden opgeslagen.
  • Pagina 121: Demping

    75,3 %RV afgestemd op de referentiewaarde en de afwijkingen van de meetwaarde van de gewenste waarde worden over het hele meetbereik geminimaliseerd. Als referentiewaarde voor de berekening van de offset bij het justeren van de vochtigheid dient de Testo justeerset. Justeren van de vochtigheid is mogelijk met de volgende voelers:...
  • Pagina 122 ® 0636 9731 Temperatuur-vochtigheids-sonde met Bluetooth 0636 9732 Temperatuur-vochtigheids-sonde, met kabel 0636 9775 Robuuste temperatuur-vochtigheids-sonde voor temperaturen tot +180 °C, met kabel De voeler is verbonden met de testo 400. ✓ aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Sensoren (Sensors) aanklikken.  Menu sensoren verschijnt.
  • Pagina 123 8 Bediening 6 Justeren vochtigheid starten (Start Adjustment) aanklikken.  Justeren vochtigheid wordt gestart.
  • Pagina 124: Instellingen

    9 Instellingen 9 Instellingen testo 400 update uitvoeren Met de update naar FW V17.7.11 werd een nieuwe databankstructuur geïmplementeerd. Bij de eerste keer starten van de nieuwe app versie 17.7 worden alle opgeslagen meetwaarden overgedragen naar de nieuwe en krachtigere databank. De nieuwe databank verbetert de...
  • Pagina 125 Als een kabelvoeler met een oudere firmware wordt verbonden met de testo 400, dan kan de voeler geüpdated of verwijderd worden (zie hoofdstuk 8.6.3). Wij raden principieel aan om de voeler te updaten, omdat de introductie van nieuwe firmware altijd een bepaalde functie heeft of een bestaand probleem oplost.
  • Pagina 126: E-Mail Account Inrichten

    9 Instellingen E-mail account inrichten Om rapporten per e-mail te kunnen versturen moet een e-mail account worden ingericht. Om het account in te richten moet een WiFi verbinding voorhanden zijn. 9.2.1 Inrichting via wizard Via de configuratie-assistent in hoofdstuk 8.4 kunt u uw e-mail account inrichten. 9.2.2 Handmatige inrichting aanklikken.
  • Pagina 127: Wissen Van Een E-Mail Account

    Algemene informatie over e-mail account Veel e-mail providers hebben veiligheidssystemen die aanmelden bij de e-mail app op de testo 400 blokkeren. Daarom is het over het algemeen het beste om een e-mail account in te richten via de ingang- en uitgangservers IMAP en SMTP.
  • Pagina 128: Regionale Instellingen

    9 Instellingen 9.3.1 Regionale instellingen aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Instellingen aanklikken.  Menu Instellingen verschijnt. 3 Regionale instellingen aanklikken.  Menu Regionale instellingen verschijnt. 4 Taal / Language aanklikken.  Venster Taal / Language verschijnt. 5 Land aanklikken.  Pop-up venster verschijnt.
  • Pagina 129: Wifi & E-Mail

    9 Instellingen 6 OK aanklikken. 7 Land selecteren. 8 Tijd aanklikken.  Pop-up venster verschijnt. 9 OK aanklikken. 10 Datum & tijd instellen. 9.3.2 WiFi & e-mail aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Instellingen aanklikken.  Menu Instellingen verschijnt. 3 WiFi & e-mail aanklikken.
  • Pagina 130: Meetinstellingen

    9 Instellingen  Er verschijnt een venster met een waarschuwing. 9 Accounts verwijderen Annuleren aanklikken. 9.3.3 Meetinstellingen aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Instellingen aanklikken.  Menu Instellingen verschijnt. 3 Meetinstellingen aanklikken.  Menu Meetinstellingen verschijnt. Benodigde eenheid aanklikken.  Venster met bijbehorende eenheden verschijnt. Eenheid aanklikken.
  • Pagina 131: Zaklamp

    9 Instellingen 9.3.5 Zaklamp aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt. Instellingen aanklikken.  Menu Instellingen verschijnt. 3 Zaklamp aanklikken.  De zaklamp wordt ingeschakeld. Opnieuw Zaklamp aanklikken.  Zaklamp wordt uitgeschakeld. Houd er rekening mee dat vaak activeren van de zaklamp veel accuvermogen kost.
  • Pagina 132: Pin-Blokkering

    9 Instellingen  Menu Display instellingen (Display Settings) verschijnt. Regelaar bij Display helderheid (Display Brightness) naar links of rechts schuiven.  Het display wordt lichter of donkerder. 5 Sleep met de schuifregelaar activeren.  Sleep (Slaapmodus) wordt geactiveerd (of gedeactiveerd). Door op Sleep te klikken kan worden gekozen of het display na 2...
  • Pagina 133 9 Instellingen 3 Veiligheid (Security) aanklikken. Pin van 6 cijfers invoeren. 5 OK aanklikken.
  • Pagina 134: Terugzetten Van De Testo 400 Op Fabrieksinstellingen

    Terugzetten op fabrieksinstellingen verschijnt de vraag of een reset echt uitgevoerd moet worden. Alle relevante meetgegevens dienen op een extern apparaat te worden opgeslagen. Vervolgens moet de testo 400 opnieuw worden ingesteld, bovendien worden alle verzamelde meetgegevens gewist. 4 OK Annuleren...
  • Pagina 135: Algemene Informatie

    9 Instellingen Algemene informatie Onder Algemene informatie staat informatie over de testo 400, de tutorial kan opnieuw worden opgeroepen en uitgevoerd. Hier zijn ook de beknopte handleiding, de uitvoerige handleiding en de juridische informatie te vinden. 9.4.1 Algemene informatie over het instrument aanklikken.
  • Pagina 136: Beknopte Handleiding / Uitvoerige Handleiding Oproepen

    Menu Hulp en informatie verschijnt. 3 Quickstart Guide Gebruiksaanwijzing (Instruction Manual) aanklikken.  De beknopte handleiding van de testo 400 incl. IAQ datalogger en de software testo DataControl worden als pdf weergegeven. 9.4.4 Juridische informatie oproepen aanklikken.  Hoofdmenu verschijnt.
  • Pagina 137 9 Instellingen In het menu Overige toepassingen vindt u de volgende toepassingen: Camera Kalender Klok Rekenmachine E-mail Quick Support Galerie Bestandmanager ® Browser Bluetooth aanklikken.  Pop-up venster verschijnt. 2 Volgende Annuleren aanklikken.  Afzonderlijke, ook extra geïnstalleerde apps kunnen handmatig ®...
  • Pagina 138: Service

    Bij veel toepassingen is opnieuw kalibreren van de voelers met de handgreep en van de testo 400 in een interval van 12 maanden aan te bevelen. Dit kan worden uitgevoerd door Testo Industrial Services (TIS) of andere gecertificeerde dienstverleners.
  • Pagina 139: Technische Gegevens

    11 Technische gegevens 11 Technische gegevens Algemeen Eigenschap Waarde Voeleraansluitingen - 2x thermokoppel type K - 2x Testo Universal Connector (TUC) voor de aansluiting van kabelvoelers met bijbehorende stekker - 1x verschildruk - 1x absolute druk (geïntegreerd) ® - 4x Bluetooth...
  • Pagina 140 11 Technische gegevens Eigenschappe Meetbereik Nauwkeurigheid Resolutie -40 … +150 °C Temperatuur ±0,2 °C (- 0,1 °C 25,0 … +74,9 °C) (NTC) ±0,4 °C (-40,0 … -25,1 °C) ±0,4 °C (+75,0 … +99,9 °C) ±0,5% v. mw. (Rest) 0 … +200 hPa Verschildruk ±(0,3 Pa + 1% v.
  • Pagina 141: Pc-Software Testo Datacontrol

    12 PC-software testo DataControl 12 PC-software testo DataControl 12.1 Algemene informatie De testo 400 beschikt over een USB-interface waarmee het meetinstrument op een pc kan worden aangesloten. Voor het werken met de software is kennis in de omgang met ®...
  • Pagina 142: Installatie Drivers En Software

    Instructies van de installatie-wizard volgen. Om de software-installatie te beëindigen Voltooien aanklikken. testo 400 met de USB-kabel verbinden met de pc.  De verbinding wordt opgebouwd. 12.5 testo DataControl starten De interface van de software wordt geopend in de taal van het besturingssysteem, mits deze ondersteund wordt.
  • Pagina 143: Testo 400 Verbinden

    12 PC-software testo DataControl  testo DataControl start automatisch. 12.6 testo 400 verbinden Zolang de testo 400 niet verbonden is met de computer, verschijnt links onder Geen meetinstrument gevonden (No Instrument found). In het Klantenbeheer (all customers) staat een lijst met alle klanten.
  • Pagina 144 Door op Sluiten te klikken kan de software normaal worden gebruikt, wel worden er geen gegevens van de software overgedragen naar de testo 400. Om de gegevenstransfer handmatig te starten klikt u links onder op Synchroniseren (Synchronizing). Er verschijnt geen aanwijzing voor de gegevensoverdracht van het instrument en de synchronisatie begint meteen.
  • Pagina 145: Klantenbeheer

    400 worden overgedragen. Ook wordt alle klant- en meetpuntinformatie die op de testo 400 werd aangemaakt, na overdracht naar de software getoond. 12.7.1 Klant en meetpunten aanmaken en bewerken 12.7.1.1...
  • Pagina 146: Meetpunt

    12 PC-software testo DataControl > + Nieuwe klant (+ New customer) aanklikken.  Er kan een nieuwe klant in de testo DataControl worden aangemaakt. Bestaande klantgegevens wijzigen > Bestaande klantnaam aanklikken.  Er wordt een apart klantvenster geopend.  De klant kan worden bewerkt.
  • Pagina 147 12 PC-software testo DataControl  Zoekveld verschijnt. Nieuw meetpunt aanmaken Er kan een willekeurig aantal meetpunten bij de geselecteerde klant worden aangemaakt. Benodigde klant is geopend. ✓ 1 + Nieuw meetpunt (+ New measuring site) aanklikken.  Meetpunt kan worden toegevoegd.
  • Pagina 148 12 PC-software testo DataControl De volgende meetpuntinformatie kan worden opgeslagen en / of gewijzigd: Meetpuntnaam Installatienummer Installatietype Fabrikant Bouwjaar Serienummer van de installatie Opmerking De volgende eigenschappen kunnen aan een meetpunt worden toegewezen: Geen Kanaal Uitlaat k-factor Alleen het veld Meetpuntnaam is een verplicht veld.
  • Pagina 149: Zoekfunctie

    12 PC-software testo DataControl en meetpunten plus de testgat-positie en het gewenste debiet voor de betreffende meetplek. 2 Opslaan (Save) aanklikken. Opgeslagen metingen van geselecteerde meetpunt oproepen > Tabblad Metingen (Measurements) aanklikken.  Metingen die aan het geselecteerde meetpunt zijn toegewezen, worden getoond.
  • Pagina 150: Wis-Functie

    12 PC-software testo DataControl Klantnaam invoeren in zoekveld.  Klant wordt weergegeven. 12.7.3 Wis-functie Menu Klant (Customer) is geopend. ✓ Benodigde klant (of meetpunt) aanklikken. De opgeslagen klant en alle informatie over het meetpunt worden gewist. Alle uitgevoerde metingen moeten apart in het geheugen worden gewist.
  • Pagina 151: Geheugenbeheer

    12.8 Geheugenbeheer In het menu Geheugen (Memory) kunt u alle met de testo 400 opgeslagen en naar de software overgedragen meetresultaten oproepen, gedetailleerd analyseren en csv-gegevens en pdf-rapporten maken en opslaan. In principe kunnen opgeslagen metingen NIET worden bewerkt. De opgeslagen meetgegevens die met de testo 400 werden geregistreerd, zijn onveranderbaar.
  • Pagina 152 Bij het maken van een pdf-rapport bestaat de mogelijkheid om net als op de testo 400 alleen de gemiddelde meetwaarden of alle gemeten waarden in het rapport te integreren.
  • Pagina 153: Aanzicht Grafiek

    12 PC-software testo DataControl Het maken van grote pdf-rapporten (met meer dan 100.000 meetwaarden) kan een paar minuten duren. De tijd kan variëren al naargelang het vermogen van de pc. 12.8.2 Aanzicht Grafiek In het tabblad Grafiek (Graphic) staan voor maximaal vier geselecteerde meetparameters de bijhorende waarden in het chronologische verloop van de meting.
  • Pagina 154 12 PC-software testo DataControl Onder de grafiek staan zowel de start- als de eindtijd van de meting vermeld. Door met de muis in de afzonderlijke velden te klikken kunnen de gegevens worden gewijzigd. Het grafische verloop wordt meteen aangepast aan de nieuw gekozen tijd.
  • Pagina 155 12 PC-software testo DataControl Met het muiswiel kunt u binnen de grafiek in- en uitzoomen om afzonderlijke meetwaarden nauwkeuriger te bekijken. De grafiek kan als beeldbestand (.png) op de computer worden opgeslagen. aanklikken om de grafiek op de computer op te slaan.
  • Pagina 156: Aanzicht Tabel

    12 PC-software testo DataControl De geselecteerde grafiek wordt automatisch als bijlage toegevoegd aan het rapport. Bij HVAC-matrixmetingen volgens de norm wordt geen grafiek weergegeven. Er zijn slechts twee tabbladen beschikbaar. In het meetmenu behaaglijkheid - PMV/PPD wordt i.p.v. het chronologische verloop de PMV/PPD-grafiek weergegeven.
  • Pagina 157 Voor toekomstige metingen kunnen de gewenste parameters al vóór de meting in de testo 400 geselecteerd en ingeschakeld worden. (Zie hoofdstuk 9.1 - punt 8 Meetwaarde-weergave bewerken).
  • Pagina 158: Zoeken En Wissen Van Meetresultaten

    12 PC-software testo DataControl 12.8.4 Zoeken en wissen van meetresultaten In het Geheugen (Memory) worden alle opgeslagen metingen op datum en tijd gesorteerd. Menu Geheugen (Memory) is geopend. ✓ aanklikken.  Zoekveld met metingen verschijnt. Klantnaam of meetpunt of datum / tijd invullen in zoekveld.
  • Pagina 159 12 PC-software testo DataControl aanklikken.  Pop-up venster verschijnt. Vraag bevestigen.  Gemarkeerde metingen worden gewist. Metingen toewijzen Metingen die aan geen klant / meetpunt zijn toegewezen, kunnen achteraf worden toegewezen. > Metingen zonder toewijzing weergeven (Filter out missing customers) schuifregelaar activeren.
  • Pagina 160: Instellingen

    12 PC-software testo DataControl 12.9 Instellingen Onder instellingen (Settings) kunnen de gegevens van de onderneming worden opgeslagen en kan de taal worden gekozen. Menu Instellingen (Settings) is geopend. ✓ 1 Taal (Language) aanklikken.  Keuzevenster verschijnt. Taal selecteren.
  • Pagina 161: Hulp En Informatie

    12.9.1 Hulp en informatie In het menu Hulp en informatie (Help and Information) wordt onder Software informatie (Software information) de actuele testo DataControl versie weergegeven. In het tabblad Software informatie (Software information) verschijnt door klikken op Toon datalocatie (Show Data Location) een Explorer-venster voor de gegevens-directory.
  • Pagina 162 Bij klikken op de button Quickstart Guide (Quickstart Guide) Gebruiksaanwijzing (Instruction Manual) worden de beknopte handleiding resp. de volledige gebruiksaanwijzing van de testo 400 incl. IAQ datalogger en software testo DataControl opgeroepen als pdf. Onder het punt Gebruikmaking van licenties (Licence usage) is een lijst met software-licenties van de testo DataControl te vinden.
  • Pagina 163: Iaq Datalogger

    400 ingezet voor duurmetingen van klimaat- en behaaglijkheidsomstandigheden, welke los van het meetinstrument plaatsvinden. Met behulp van de universele klimaatmeter testo 400 wordt de IAQ datalogger geconfigureerd met aangesloten kabelvoelers. Op die manier kunnen meetduur en meetinterval worden ingesteld. Vervolgens registreert de IAQ datalogger alle meetparameters van de verbonden voelers overeenkomstig de ingestelde configuratie, onafhankelijk van het meetinstrument testo 400.
  • Pagina 164: Iaq Datalogger Achterzijde

    3 Kabeloprolsysteem 13.3 Lichtnetadapter-kabel De IAQ datalogger wordt geleverd met een USB-lichtnetadapter. Zonder voeding via de lichtnetadapter-kabel worden er geen meetgegevens geregistreerd. De Testo USB-lichtnetadapter heeft als specificatie 5V / 2A. VOORZICHTIG Voeding via een lichtnetadapter-kabel! Gevaar voor struikelen! - Lichtnetadapter-kabel voorzichtig leggen.
  • Pagina 165: Iaq Datalogger In- En Uitschakelen

    Zodra de IAQ datalogger stroom krijgt, kan hij worden ingezet. Hij hoeft niet apart te worden ingeschakeld. Om voor een betrouwbare instrumentherkenning op de testo 400 te zorgen moet men eerst de IAQ datalogger via de USB- aansluiting met het stroomnet verbinden en vervolgens via de kabel op de achterzijde aansluiten op de testo 400.
  • Pagina 166: Meting Met De Iaq Datalogger

    Bij deze variant configureert u de IAQ datalogger, die de geplande meting met de aangesloten voelers uitvoert. De testo 400 is alleen nodig voor het instellen en kan na geslaagde configuratie elders worden gebruikt. Ten tweede kan de IAQ datalogger als voeler-hub worden gebruikt en met de testo 400 met maximaal vijf aangesloten kabelvoelers metingen uitvoeren.
  • Pagina 167: Meting Uitvoeren Met De Iaq Datalogger

    13 IAQ datalogger 13.6.2 Meting uitvoeren met de IAQ datalogger Meten aanklikken.  Meetprogramma’s verschijnen. Meetprogramma in combinatie met de IAQ datalogger kiezen. (standaard menu, behaaglijkheid– PMV/PPD of onbehaaglijkheid – DR- index)  Meetmenu verschijnt. aanklikken.  Configuratiemenu verschijnt. Benodigde instellingen uitvoeren.
  • Pagina 168 13 IAQ datalogger 5 Meting op IAQ datalogger (IAQ Data Logger) met de schuifregelaar activeren. Meting voor de standalone modus configureren.
  • Pagina 169 13 IAQ datalogger 7 Configuratie overnemen (Apply Configuration) aanklikken.  Geselecteerde meetprogramma verschijnt. 8 Op IAQ overdragen (Transfer to IAQ Data logger) aanklikken.
  • Pagina 170: Uitlezen Iaq Datalogger

    13.7 Uitlezen IAQ datalogger Aangezien het bij de IAQ datalogger om een standalone instrument gaat, kan de testo 400 na het configureren van de IAQ datalogger, gedurende de meting, voor andere taken worden gebruikt. De tijd voor het opslaan van de meetgegevens kan enige vertraging ondervinden als het bij de meting om een zeer grote hoeveelheid gegevens gaat.
  • Pagina 171: Met Verbonden Testo 400

    Verbinding tussen testo 400 en de IAQ datalogger verbreken.  testo 400 kan voor andere metingen worden gebruikt. Als de testo 400 voor de meting met de IAQ dataloggers werd verbonden, dan wordt de meting automatisch opgeslagen op het meetinstrument.
  • Pagina 172 13 IAQ datalogger  Na correct verbinden verschijnt er een opmerking op het beeldscherm. De meetgegevens worden overgedragen. De gegevensoverdracht kan even duren.  Na correcte gegevensoverdracht verschijnen de meetresultaten. Er verschijnt een bevestiging van het opslaan. De meting kan navenant worden beheerd (zie hoofdstuk 14.5).
  • Pagina 173: Led-Status

    13.9 Technische gegevens IAQ datalogger Eigenschap Waarde Voeleraansluitingen 2 x thermokoppel type K 4 x Testo Universal Connector (TUC) voor de aansluiting van kabelvoelers met bijbehorende stekker Interfaces Micro-USB voor aansluiting aan een lichtnetadapter USB-lichtnetadapter...
  • Pagina 174 13 IAQ datalogger Eigenschap Waarde Beschermklasse IP 20 (met ingestoken voeler) Geïntegreerde sensoren (bij 22 °C ±1 digit) Eigenschappe Meetbereik Nauwkeurigheid Resolutie -200 … +1370 °C Temperatuur ± (0,3 °C + 0,1 % v. mw.) 0,1 °C (TE type K) Interne vergelijkspunten- meting: ±0,5 °C...
  • Pagina 175: Vragen En Antwoorden

    (zie hoofdstuk 10.4.5.). Op die manier staan voortaan weer beide export-opties ter beschikking. Accuduur. De gegevens over de accuduur hebben betrekking op een meting met de testo 400 en de aangesloten voelers bij uitgeschakeld display. testo 400 + 1x hittedraad- ca. 8 uur sonde testo 400 + 1x hittedraad- ca.
  • Pagina 176 Testo SE & Co. KGaA Celsiusstraße 2 79822 Titisee-Neustadt Germany Telefoon: +49 7653 681-0 E-mail: info@testo.de Internet: www.testo.com 0970 4011 nl 07 – 08.2023...

Inhoudsopgave