Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Iaq Datalogger In- En Uitschakelen; Iaq Datalogger - Algemene Informatie - TESTO 400 Gebruiksaanwijzing

Universele klimaatmeter
Verberg thumbnails Zie ook voor 400:
Inhoudsopgave

Advertenties

13.4 IAQ datalogger in- en uitschakelen

Zodra de IAQ datalogger stroom krijgt, kan hij worden ingezet. Hij hoeft niet
apart te worden ingeschakeld. Om voor een betrouwbare instrumentherkenning
op de testo 400 te zorgen moet men eerst de IAQ datalogger via de USB-
aansluiting met het stroomnet verbinden en vervolgens via de kabel op de
achterzijde aansluiten op de testo 400.
Er wordt automatisch gekeken of een firmware-update beschikbaar is en als dat
het geval is, wordt deze meteen geïnstalleerd.
Mocht tijdens een meting de voeding onderbroken worden, dan ontstaat er een
gat in de geregistreerde gegevens. Zodra hij weer stroom krijgt, gaat de IAQ
datalogger verder met het registreren van de meetgegevens.
13.5 IAQ datalogger – Algemene informatie
Al naargelang de meetduur zijn bepaalde meetfrequenties mogelijk:
Duur
1 min tot 15 min
16 min tot 2 uur
> 2 uur tot 1 dag
> 1 dag tot 21 dagen
Met de testo 400 (en de IAQ datalogger) kunnen maximaal 1 miljoen
meetwaarden (bij maximaal 18 kanalen) met één meting
geregistreerd worden.
Voorbeeld 1 (tijdgestuurde meting):
Resultaat: 9.216 meetwaarden
Duur: 8 dagen
Meetfrequentie: 5 minuten
Meetkanalen: temperatuur, vochtigheid, CO2, stroming (4 kanalen)
Voorbeeld 2 (handmatig gestarte meting):
Resultaat: 17.700 meetwaarden
Duur: 59 minuten
Meetfrequentie: 1 seconde
Meetkanalen: temperatuur, vochtigheid, CO2, stroming, druk (5
kanalen)
13 IAQ datalogger
Minimale meetinterval
1 sec (thermokoppel type K: 2
sec)
10 sec
60 sec
5 min
165

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave