13 IAQ datalogger
13.6 Meting met de IAQ datalogger
13.6.1 Algemeen
De IAQ datalogger kan op twee manieren worden gebruikt. Ten eerste bestaat
de mogelijkheid om in de configuratie
selecteren. Bij deze variant configureert u de IAQ datalogger, die de geplande
meting met de aangesloten voelers uitvoert. De testo 400 is alleen nodig voor
het instellen en kan na geslaagde configuratie elders worden gebruikt.
Ten tweede kan de IAQ datalogger als voeler-hub worden gebruikt en met de
testo 400 met maximaal vijf aangesloten kabelvoelers metingen uitvoeren.
Hiervoor moet in de configuratie
De IAQ datalogger registreert bij deze variant geen metingen meer, maar
verstuurt deze slechts naar de testo 400, die de hele meting registreert.
1
IAQ datalogger aansluiten op het stroomnet.
2
IAQ datalogger via de TUC-stekker verbinden met de testo 400.
Er wordt gekeken of er een firmware-
update voor de IAQ datalogger
beschikbaar is. Zo ja, dan wordt de
update automatisch uitgevoerd.
In het standaard menu kan men de met de testo 400 verbonden voelers
zien. Bij de voelers die via de IAQ datalogger zijn verbonden, verschijnt
vóór de meetgrootheid en de drie cijfers van de voeler-ID de afkorting
IAQ. Voorbeeld: IAQ: Pt100 738.
166
van de meting
Meten met testo 400
Stand-Alone
gebruik te
worden geselecteerd.