Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Communicatie Met Draadloze Toestellen; Het Wi-Fi Draadloos Netwerk Instellen; Een Draadloos Toestel Verbinden Met De Kaartplotter; Het Draadloze Kanaal Wijzigen - Garmin GPSMAP 500 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 500 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

U kunt de menubalk automatisch verbergen om meer ruimte op
het scherm te krijgen.
1
Selecteer Instellingen > Systeem > Scherm > Weergave
menubalk > Automatisch verbergen.
Na enkele momenten op een hoofdpagina, zoals een
kaartpagina, wordt de menubalk verborgen.
2
Veeg vanaf de onderkant van het scherm omhoog om de
menubalk opnieuw zichtbaar te maken.
Communicatie met draadloze
toestellen
Met de kaartplotters kunt u een draadloos netwerk opzetten,
waar draadloze toestellen een verbinding mee kunnen maken.
Sommige modellen kunnen ook verbinding maken met
draadloze Bluetooth
toestellen met het AVRCP profiel.
®
Verbinding met draadloze toestellen biedt u de mogelijkheid om
Garmin apps, zoals BlueChart
gebruiken. Zie
www.garmin.com
Het Wi‑Fi
draadloos netwerk instellen
®
Met de kaartplotters kunt u een Wi‑Fi netwerk opzetten,
waarmee draadloze toestellen verbinding kunnen maken. Als u
de instellingen voor het draadloze netwerk voor het eerst opent,
wordt u gevraagd om het netwerk in te stellen.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Wi-Fi® netwerk > Wi-Fi® > Aan > OK.
2
Voer zo nodig een naam in voor dit draadloze netwerk.
3
Voer een wachtwoord in.
U hebt dit wachtwoord nodig om via een draadloos toestel
toegang te krijgen tot het draadloze netwerk. Het wachtwoord
is hoofdlettergevoelig.
Een draadloos toestel verbinden met de
kaartplotter
Voordat u een draadloos toestel kunt verbinden met het
draadloze netwerk van de kaartplotter, moet u het draadloze
netwerk van de kaartplotter configureren
netwerk instellen, pagina
3).
U kunt meerdere draadloze toestellen verbinden met de
kaartplotter om gegevens te delen.
1
Schakel op het draadloze toestel de Wi‑Fi technologie in en
scan naar draadloze netwerken.
2
Selecteer de naam van het draadloze netwerk van uw
‑ Fi
kaartplotter
(Het Wi
®
pagina
3).
3
Voer het netwerkwachtwoord in.

Het draadloze kanaal wijzigen

U kunt het draadloze kanaal wijzigen als u een toestel niet kunt
vinden, verbindingsproblemen hebt, of hinder hebt van
interferentie.
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Wi-Fi® netwerk > Geavanceerd > Wi-Fi®
kanaal.
2
Voer een nieuw kanaal in.
U hoeft het draadloze kanaal van met dit netwerk verbonden
toestellen niet te wijzigen.
De Garmin Helm app gebruiken met de
kaartplotter
Voordat u de kaartplotter kunt bedienen met de Garmin Helm
app, moet u de app downloaden en installeren en de kaartplotter

Communicatie met draadloze toestellen

Mobile en Garmin Helm
®
voor meer informatie.
‑ Fi
(Het Wi
®
draadloos netwerk instellen,
verbinden met een mobiel toestel
verbinden met de kaartplotter, pagina
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Helm-app.
2
Selecteer een optie.
3
Gebruik de toepassing om de kaartplotter te bekijken of te
bedienen.
Verbinding maken met een draadloos
Bluetooth toestel
OPMERKING: Bluetooth technologie is niet beschikbaar op alle
kaartplottermodellen.
U kunt de kaartplotter draadloos verbinden met een Bluetooth
toestel.
1
Plaats het Bluetooth toestel op minder dan 33 voet (10 m)
afstand van de kaartplotter.
2
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
te
toestellen > Bluetooth-toestellen > Bluetooth.
3
Voer zo nodig een naam in voor dit draadloze netwerk.
4
Voer zo nodig een wachtwoord in.
U hebt dit wachtwoord nodig om via een draadloos toestel
toegang te krijgen tot het draadloze netwerk. Het wachtwoord
is hoofdlettergevoelig.
Verbinding met een draadloos Bluetooth-
toestel verbreken
1
Selecteer Instellingen > Communicatie > Draadloze
toestellen > Bluetooth-toestellen > Toestellenlijst.
2
Selecteer een toestel.
3
Selecteer Vergeet toestel.

Kaarten en 3D-kaartweergaven

Welke kaarten en 3D-kaartweergaven beschikbaar zijn, is
afhankelijk van de gebruikte kaartgegevens en accessoires.
U kunt de kaarten en 3D-kaartweergaven openen door
draadloos
Grafieken te selecteren.
Navigatiekaart: Geeft alle beschikbare navigatiegegevens weer
die op de vooraf geïnstalleerde kaarten en eventuele extra
kaarten beschikbaar zijn. Deze gegevens omvatten boeien,
lichten, kabels, dieptepeilingen, jachthavens en
getijdenstations in een overheadweergave.
Perspective 3D: Biedt een panoramisch beeld van bovenaf en
van achter uw boot (in overeenstemming met uw koers) en
dient als visueel navigatiehulpmiddel. Deze weergave is
nuttig voor het navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen,
bruggen of kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en
verlaten van onbekende havens of ankerplaatsen.
Mariner's Eye 3D: Biedt een gedetailleerd, driedimensionaal
beeld van bovenaf en van achter uw boot (in
overeenstemming met uw koers) en dient als visueel
navigatiehulpmiddel. Deze weergave is nuttig voor het
navigeren rond verraderlijke ondiepten, riffen, bruggen of
kanalen en komt van pas bij het binnenvaren en verlaten van
onbekende havens of ankerplaatsen.
OPMERKING: In sommige gebieden zijn Mariner's Eye 3D
en Fish Eye 3D kaartweergaven beschikbaar bij
premiumkaarten.
Fish Eye 3D: Geeft een panoramisch onderwaterbeeld met
visuele weergave van de zeebodem op basis van de
kaartinformatie. Als er een echolood-transducer is
aangesloten, worden zwevende doelen (zoals vissen)
aangeduid met rode, groene en gele bollen. Rood verwijst
(Een draadloos toestel
3).
3

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 700 seriesEchomap 50 seriesEchomap 70 series

Inhoudsopgave