Boeigegevens: Toont weerboeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Weeroverlay-instellingen op de viskaart
Selecteer vanuit de viskaart Menu > Kaartinstelling > Weer.
Neerslag: Toont neerslagradar.
Zeetemperatuur: Toont de zeetemperatuurgegevens.
Boeigegevens: Toont weerboeien.
Legenda: Toont de weerlegenda.
Informatie over weerabonnementen
weergeven
U kunt informatie bekijken over weerdiensten waarop u zich
hebt geabonneerd, en zien hoeveel minuten er zijn verstreken
sinds de gegevens voor elke dienst zijn bijgewerkt.
Selecteer Weer > Weerabonnement.
Toestelconfiguratie
De kaartplotter automatisch inschakelen
U kunt instellen dat de kaartplotter automatisch aangaat als de
spanning wordt ingeschakeld. Anders moet u de kaartplotter
inschakelen door op
te drukken.
Selecteer Instellingen > Systeem > Automatisch
inschakelen.
OPMERKING: Als Automatisch inschakelen op Aan staat, de
kaartplotter is uitgeschakeld met
toestel haalt en binnen twee minuten weer aanbrengt, kan
het zijn dat u op
moet drukken om de kaartplotter weer te
starten.
Systeeminstellingen
Selecteer Instellingen > Systeem.
Scherm: Stelt de helderheid en het kleurenschema voor de
schermverlichting af.
Zoemer: Schakelt het signaal in en uit dat afgaat voor alarmen
en selecties.
GPS: Geeft informatie over de GPS-satellietinstellingen en -
positie.
Automatisch inschakelen: Schakelt het toestel automatisch in
als stroom wordt toegevoerd
inschakelen, pagina
38).
Toetsenbordindeling: Stelt het toetsenbord in op een
alfabetische indeling of een computertoetsenbordindeling.
Taal voor tekst: Stelt de taal van de tekst op het scherm in.
Snelheidsbronnen: Stelt de bron van de snelheidsgegevens in
die worden gebruikt voor het berekenen van de werkelijke
windsnelheid of het brandstofverbruik. De watersnelheid is de
door een watersnelheidsensor gemeten snelheid; de GPS-
snelheid wordt berekend op basis van uw GPS-positie.
Systeeminformatie: Geeft informatie over het toestel en de
softwareversie.
Simulator: Schakelt de simulator in en biedt u de mogelijkheid
om de snelheid en de gesimuleerde locatie in te stellen.
Scherminstellingen
Niet alle opties zijn beschikbaar op alle modellen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Scherm.
Schermverlichting: Hiermee kunt u de helderheid van de
schermverlichting instellen.
Kleurmodus: Hiermee stelt u in of het toestel dag- of
nachtkleuren weergeeft.
38
en u de spanning van het
(De kaartplotter automatisch
Schermafdruk opslaan: Hiermee kunt u schermafbeeldingen
opslaan.
Weergave menubalk: Toont en verbergt de menubalk
automatisch wanneer deze wel of niet nodig is.
GPS-instellingen
Selecteer Instellingen > Systeem > GPS.
Skyview: Geeft de relatieve positie van GPS-satellieten aan de
hemel weer.
GLONASS: Schakelt het gebruik van GLONASS (Russisch
satellietsysteem) in of uit. Als het systeem wordt gebruikt in
situaties met slecht hemelzicht, kan deze configuratie worden
gebruikt in combinatie met GPS om nauwkeurigere positie-
informatie te leveren.
WAAS/EGNOS: Schakelt WAAS (in Noord-Amerika) of EGNOS
(in Europa) in of uit om nauwkeurigere GPS-positiegegevens
te verkrijgen. Denk eraan dat het toestel meer tijd nodig kan
hebben om de satellieten te vinden wanneer u WAAS/
EGNOS gebruikt.
Snelheidsfilter: Berekent gedurende korte tijd de gemiddelde
snelheid van uw schip om de snelheidswaarden te
verscherpen.
Bron: Hiermee kunt u de voorkeursbron voor GPS instellen.
Het gebeurtenislog weergeven
In het logboek wordt een lijst met systeemgebeurtenissen
weergegeven.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie >
Gebeurtenislog.
Informatie over systeem en software weergeven
U kunt de softwareversie, de basiskaartversie, alle aanvullende
kaartinformatie (indien beschikbaar), de softwareversie van de
optionele Garmin radar (indien beschikbaar) en de toestel-id
weergeven. U kunt deze gegevens nodig hebben om de
systeemsoftware bij te werken of aanvullende kaartgegevens
aan te schaffen.
Selecteer Instellingen > Systeem > Systeeminformatie >
Softwaregegevens.
Mijn boot-instellingen
OPMERKING: Voor sommige instellingen en opties zijn extra
kaarten of toestellen vereist.
Selecteer Instellingen > Mijn boot.
Kielcorrectie: Corrigeert de oppervlaktemeting voor de diepte
van een kiel, zodat de diepte vanaf de onderkant van de kiel
kan worden gemeten in plaats vanaf de positie van de
transducer
(De kielcorrectie instellen, pagina
Temperatuurcorrectie: Compenseert de
watertemperatuurmeting via een NMEA 0183
watertemperatuursensor of een transducer met
temperatuursensor
(De watertemperatuurcorrectie instellen,
pagina
39).
Vaarsnelheid kalibreren: Kalibreert de snelheidsmetende
transducer of snelheidssensor
watersnelheid kalibreren, pagina
Brandstofcapaciteit: Hiermee stelt u de gecombineerde
brandstofcapaciteit van alle brandstoftanks op uw vaartuig in
(
De brandstofcapaciteit van het vaartuig instellen,
pagina
30).
Type boot: Schakelt enkele kaartplotterfuncties in op basis van
het boottype.
Vul alle tanks: Stelt de tankniveaus in op vol
brandstofgegevens synchroniseren met de actuele
brandstofvoorraad, pagina
Voeg brandstof toe aan boot: Hiermee kunt u de hoeveelheid
brandstof die u hebt getankt invoeren, als u de tank niet
39).
(Een toestel voor
39).
(De
30).
Toestelconfiguratie