Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Navigatiekaart En Buitengaatse Viskaart; In- En Uitzoomen Op De Kaart; De Kaart Schuiven; Een Item Op De Kaart Selecteren Met De Toetsen Op Het Toestel - Garmin GPSMAP 500 Series Gebruikershandleiding

Verberg thumbnails Zie ook voor GPSMAP 500 Series:
Inhoudsopgave

Advertenties

hierbij naar de grootste objecten en groen naar de kleinste
objecten.
Viskaart: Biedt een gedetailleerde weergave van de
bodemcontouren en dieptepeilingen op de kaart. Deze kaart
verwijdert de navigatiegegevens van de kaart, verschaft
gedetailleerde bathymetrische gegevens en benadrukt de
bodemcontouren voor dieptewaarneming. Deze kaart is bij
uitstek geschikt voor diepzeevissen.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
Radaroverlay: Projecteert radargegevens over de
navigatiekaart of viskaart heen wanneer de kaartplotter is
aangesloten op een radar. Deze functie is niet op alle
modellen beschikbaar.

Navigatiekaart en buitengaatse viskaart

OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
Met behulp van de navigatie- en viskaarten kunt u uw koers
uitzetten, kaartinformatie weergeven en een koers volgen. De
viskaart is bij uitstek geschikt voor buitengaats vissen.
Als u de navigatiekaart wilt openen, selecteert u Grafieken >
Navigatiekaart.
Als u de viskaart wilt openen, selecteert u Grafieken > Viskaart.

In- en uitzoomen op de kaart

Het zoomniveau wordt aangegeven door het schaalnummer
onder aan de kaart. Het balkje onder het schaalnummer geeft
de afstand op de kaart weer.
• Als u wilt uitzoomen, selecteert u
• Als u wilt inzoomen, selecteert u

De kaart schuiven

U kunt de kaart verplaatsen om een ander gebied te bekijken
dan waar u zich momenteel bevindt.
1
Sleep het navigatiescherm in de kaart of gebruik de
pijltoetsen.
2
Selecteer Stop schuiven of Terug om het schuiven te
stoppen en terug te keren naar uw huidige positie.
Een item op de kaart selecteren met de toetsen op het
toestel
1
Selecteer in een kaart of 3D-kaartweergeve , ,
de cursor te verplaatsen.
2
Selecteer SELECT.

Een afstand op de kaart meten

1
Selecteer een locatie op een kaart of de radaroverlay.
2
Selecteer Afstand meten.
Op uw huidige locatie op het scherm wordt een punaise
weergegeven. De afstand en de hoek vanaf de pin staan
vermeld in de hoek.
TIP: Als u de pin en afstandsmeting vanaf de huidige
cursorpositie opnieuw wilt instellen, selecteert u Selecteer.

Kaartsymbolen

Deze tabel bevat een aantal algemene symbolen die u op de
gedetailleerde kaarten kunt tegenkomen.
4
.
.
of
om
Pictogram
Beschrijving
Boei
Informatie
Watersportdiensten
Getijdenstation
Stromingenstation
Luchtfoto beschikbaar
Perspectieffoto beschikbaar
Andere zaken die op de meeste kaarten voorkomen, zijn
dieptecontourlijnen, getijdenzones, puntpeilingen (zoals
weergegeven op de oorspronkelijke papieren kaart),
navigatiehulpmiddelen en -symbolen, obstakels en
kabelgebieden.

Navigeren naar een punt op de kaart

VOORZICHTIG
De functie Auto Guidance is gebaseerd op elektronische
kaartgegevens. De gegevens garanderen niet dat de route vrij is
van obstakels en dat deze diep genoeg is. Let tijdens het volgen
van de koers altijd goed op en vermijd land, ondiep water en
andere obstakels die u onderweg kunt tegenkomen.
Wanneer u Ga naar gebruikt, kunnen een directe koers en een
gecorrigeerde koers over land of door ondiep water lopen.
Gebruik visuele waarnemingen om land, ondiep water en
andere gevaarlijke objecten te vermijden.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
OPMERKING: In sommige gebieden is Auto Guidance
beschikbaar bij premiumkaarten.
1
Selecteer een locatie op de navigatie- of viskaart.
2
Selecteer indien nodig SELECT.
3
Selecteer Navigeren naar.
4
Selecteer een optie:
• Om rechtstreeks naar de locatie te navigeren, selecteert u
Ga naar.
• Om een route naar de locatie te maken, inclusief
koerswijzigingen, selecteert u Route naar.
• Om Auto Guidance te gebruiken, selecteert u Auto
Guidance.
5
Controleer de koers die met de magenta lijn wordt
aangegeven.
OPMERKING: Als u de functie Auto Guidance gebruikt, geeft
een grijs gedeelte op de magenta lijn aan dat de functie Auto
Guidance een deel van de Auto Guidance lijn niet kan
berekenen. Dit wordt veroorzaakt door de instellingen voor
een veilige, vrije doorvaart bij een minimale waterdiepte en
obstakelhoogte.
6
Volg de magenta lijn en vermijd daarbij land, ondiep water en
andere obstakels.
Informatie over locaties en objecten op een kaart
weergeven
Op de navigatiekaart of de viskaart kunt u informatie over een
locatie of een object bekijken.
OPMERKING: In sommige gebieden is de kaart voor
diepzeevissen beschikbaar bij premiumkaarten.
1
Selecteer een locatie of een object op de navigatie- of
viskaart.
Er wordt een lijst met opties rechts van de kaart
weergegeven. Het hangt van de locatie of het object af welke
opties er in de lijst staan.
Kaarten en 3D-kaartweergaven

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Gpsmap 700 seriesEchomap 50 seriesEchomap 70 series

Inhoudsopgave