Instrument in- en uitschakelen
8.4
Camera inschakelen
1
Beschermkap van het objectief nemen.
2
Op
drukken.
De camera start.
Het startbeeldscherm verschijnt op
het display.
Om de meetnauwkeurigheid te garanderen voert de camera ca. om de
60 s een automatische afstemming van het nulpunt uit. Dit is hoorbaar
aan een 'klikken'. Het beeld blijft daarbij gedurende een kort moment
stilstaan. Tijdens het opwarmen van de camera (duur ca. 90 seconden)
vindt de afstemming van het nulpunt vaker plaats.
Tijdens het opwarmen verschijnt
meetnauwkeurigheid gegarandeerd. Ter indicatie kan het beeld reeds
opgeroepen en opgeslagen worden.
Camera uitschakelen
1
ingedrukt houden, tot de
progressiebalk is doorgelopen.
Het display gaat uit.
8 Inbedrijfstelling
op het display en er wordt geen
11