Advertenties
4
Kenmerken
Tabellen bevatten standaard-
artikelnummers en -gegevens, geen
klantspecifieke uitvoeringen.
4.1 TWN 1353
Draagverm
Nominale
Artikel-nr.
ogen
afmeting
[t]
6-8
F349145
1,12
8-8
F349245
2,0
10-8
F349345
3,15
13-8
F349445
5,3
16-8
F349545
8,0
22-8
F349805
15,0
4.2 TWN 1853
Draagverm
Nominale
Artikel-nr.
ogen
afmeting
[t]
6-10/XL
F349155
1,4
8-10/XL
F349255
2,5
10-10/XL
F349355
4,0
13-10/XL
F349455
6,7
16-10/XL
F349555
10,0
22-10/XL
F349845
19,0
5
Montage en demontage
1. Breng het eind van het kettingpart (1)
tussen de bovenste gaffelkanten.
2. Breng de pen vanaf de zijkant in de gaffel
en door de laatste kettingschalm van het part
tot aan de aanslag.
3. Sla de spanstift voor de borging van de
pen in. Let erop dat de spanstift niet uitsteekt
en dat de sleuf van de pen is afgekeerd.
4. Breng het kettingparteind (4) van het te verkorten kettingpart tussen de
middelste gaffelkanten.
5. Breng de pen (5) vanaf de zijkant in de gaffel en door de laatste
kettingschalm van het part tot aan de aanslag.
6. Sla de spanstift (6) voor de borging van de pen in. Let erop dat de
spanstift niet uitsteekt en dat de sleuf van de pen is afgekeerd.
7. Controleer of de ketting vrij kan bewegen.
Demontage
Voor demontage verwijdert u de onderdelen in omgekeerde volgorde.
Gebruik zo nodig een geschikte doorn, om spanstiften uit te drijven.
Pennen en spanstiften zijn maar voor eenmalige inbouw bestemd.
6
Opslag
Droge opslag bij temperaturen tussen 0° en +40 ° C.
B09444-A
Maten
Massa
[mm]
ca. [kg]
E
L
M
107
118
47
0,4
143
158
63
0,85
177
194
78
1,6
231
252
100
3,4
248
291
157
5,2
365
396
162
13,6
Maten
Massa
[mm]
ca. [kg]
E
L
M
107
118
47
0,4
143
158
63
0,85
177
194
78
1,6
231
252
100
3,4
248
291
157
5,2
365
396
162
13,6
7
Bediening
1. Trek de kettingschalmen (1) tot de
gewenste lengte door de opening van de
combi-snelverkorter naar de kant, die is
afgekeerd van het kettingpart dat naar de last
voert.
3. Houd de vergrendeling geopend en breng
de voor de verkorting gekozen verticale
kettingschalm (3) in de combi-snelverkorter.
4. De schalm die volgt op de gekozen
kettingschalm (3) wordt ondersteund in het
kettingbed en wordt in het midden over de
nok (4) gelegd.
6. Borg de combi-snelverkorter op door de
vergrendeling (7) los te laten.
7. Controleer of de kettingschalmen in de
combi-snelverkorter liggen zoals
voorgeschreven en de vergrendeling werkt.
8
Gebruiksvoorwaarden
Het verkorten van afzonderlijke kettingparten in een meersprong wijst op
een niet-symmetrische verdeling van de last. Neem in dit geval de
draaglastreducties in acht.
Denk eraan dat borgelementen niet bedrijfsmatig mogen worden belast.
8.1 Invloed van de temperatuur
Na verwarming boven de max. gebruikstemperatuur mogen de onderdelen
niet meer in bedrijf worden genomen.
De gebruikstemperatuur voor combi-snelverkorters bedraagt
voor kwaliteitsklasse 8:
voor kwaliteitsklasse 10/XL:
8.2 Omgevingseffecten
Het gebruik in een omgeving met zuren, agressieve of corrosieve
chemicaliën of daarvan afkomstige dampen is niet toegestaan.
9
Controles, reparatie, afvoer als afval
Voor controles en onderhoud dient de exploitant zorg te dragen!
Testcycli moeten door de exploitant worden vastgelegd!
Een controle door een competent persoon moet regelmatig en minstens
jaarlijks worden uitgevoerd en gedocumenteerd, bij intensief gebruik vaker.
Op zijn laatst na drie jaar moet een extra controle op afwezigheid van
scheuren worden uitgevoerd. Een proefbelasting is geen alternatief voor
deze controle.
Bij iedere controle dient de toestand van ieder aanslagmiddel te worden
gedocumenteerd.
Controles worden in een gegevensbestand (DGUV I 209-062 c.q. DGUV I
209-063) ingevoerd, dat bij de inbedrijfname van combi-snelverkorters moet
worden aangelegd. Dit bevat de kenmerken en de identificatiegegevens.
2 / 3
2.
Hef de borging van de combi-
snelverkorter op door de vergrendeling (2)
naar buiten te trekken.
5.
Leg het kettingpart (5) op de ene, de
verkorte ketting (6) op de andere kant van de
combi-snelverkorter in de opname.
-40 ° C tot +200 ° C
-30 ° C tot +200 ° C
NL-150217
Advertenties
