BEDRIJFSHANDLEIDING
KETTINGSPRONGEN
Kwaliteitsklassen 8 en 10
Origineel in de zin van de Machinerichtlijn 2006/42/EG
Door uitgebreide verbeteringen zijn individuele
wijzigingen niet met een '#' gemarkeerd.
BESCHRIJVING EN BEOOGD GEBRUIK
THIELE-rondstaalkettingen en aanslagmiddelen worden in kettingsprongen
ingebouwd en dienen voor het veilige transport van lasten.
Deze bedrijfshandleiding beschrijft in het bijzonder het veilige gebruik van
kortschalmige rondstaalkettingen voor hijsdoeleinden volgens
•
Kwaliteitsklasse 8:
TWN 0805 (TWN = THIELE-fabriekssnorm)
•
Kwaliteitsklasse 10: TWN 0072 en TWN 1805
Rondstaalkettingen volgens TWN 1805 voldoen aan DIN 21061:2020-02 (ontwerp,
voorheen PAS 1061) en zijn gecertificeerd door de Duitse Beroepsorganisatie Hout en
Metaal (BG). Rondstaalkettingen volgens TWN 0072 komen overeen met ASTM
A973/A973 M (ASTM = American Society for Testing and Materials).
THIELE kettingsprongen worden in de volgende uitvoeringen gefabriceerd:
•
gemonteerd met gaffelkopsysteem,
•
gemonteerd met verbindingsschalmen,
•
gemonteerd met gaffelkopsysteem en verbindingsschalmen,
•
als gelaste kettingsprong,
•
Kransketting met gemonteerde verbindingsschakel,
•
als gelaste kransketting.
THIELE-kettingsprongen voldoen aan de EG-Machinerichtlijn 2006/42/EG en hebben
een veiligheidsfactor van minstens 4 ten opzichte van het draagvermogen.
THIELE-kettingsprongen zijn op het aanhangplaatje voorzien van de CE-markering.
Kettingsprongen en bijbehorende onderdelen zijn voorzien van gegevens over de
nominale kettinggrootte en kwaliteitsklasse, identificatiemerkteken van de fabrikant
(bijv. BG-zegel 'H4') [Gecertificeerd door Duitse Beroepsorganisatie Hout en Metaal]
en traceerbaarheidscode.
THIELE-kettingsprongen en -aanslagmiddelen zijn op een belasting van 20 000
dynamische lastwisselingen met maximale belasting berekend. Bij hogere
belastingen (bijv. meerploegen-/automatisch bedrijf, magneet-traversen) moet de
draaglast worden gereduceerd.
Kettingsprongen moeten uit rondstaalkettingen en onderdelen van gelijke nominale
afmeting en kwaliteitsklasse worden samengesteld. Voor uitvoeringen die hiervan
afwijken
moet
daarvoor
aangepaste
overeenstemming, bedrijfshandleiding, enz.) worden opgesteld.
Rondstaalkettingen volgens TWN 0805, TWN 0072 en TWN 1805, evenals
bijbehorende aanslagmiddelen en verbindingsschalmen zijn bestemd voor
kettingsprongen volgens EN 818-4 voor het aanslaan en hijsen van lasten.
Bij gelaste kranskettingen worden de verbindingsschakels meestal één maat boven
de nominale afmeting van de ketting volgens EN 818-4 gemonteerd.
Kettingsprongen mogen alleen gebruikt worden,
•
als massa en zwaartepunt van de last bekend is c.q. deskundig werd ingeschat,
•
binnen de grenzen van de toegestane draagvermogens,
•
binnen de grenzen van de toegestane wijzen van aanslaan en neigingshoeken,
•
binnen de grenzen van de toegestane temperaturen,
•
met geschikte verbindingsschalmen, aanslagmiddelen of verkortingselementen,
•
door geschoolde en hiermee belaste personen.
Aanslagkettingen mogen niet om te sjorren of als hijswerktuigketting worden
gebruikt.
Aanslagkettingen zijn in de regel niet voor personentransport toegestaan!
THIELE GmbH & Co. KG
www.thiele.de | info@thiele.de
© Alle rechten voorbehouden
documentatie
(Verklaring
van
B08179-D
NL 12.2020
VEILIGHEIDSINSTRUCTIES
Verwondingsgevaar!
Niet onder zwevende
lasten gaan staan!
Gebruik alleen aanslagmiddelen
zonder gebreken .
• Bedieners,
monteurs
en
reparateurs
bedrijfshandleidingen, de documentatie van de Duitse beroepsorganisatie DGUV V
1, DGUV R 100-500 hoofdstuk 2.8, DGUV R 109-004, DGUV V 52, DGUV I 209-013
en DGUV I 209-021 evenals de normen DIN 685-5, DIN 21061:2020-02, DIN EN 818-
1, DIN EN 818-2, DIN EN 818-4 en DIN EN 818-6 in acht nemen
• Buiten de bondsrepubliek Duitsland moeten bovendien de specifieke voorschriften
van het land waar de machine in gebruik is worden opgevolgd.
• Instructies met betrekking tot veiligheid, bediening, controle en reparatie uit deze
handleiding en de vermelde documentatie moeten aan de betrokken personen ter
beschikking worden gesteld.
• Zorg ervoor, dat deze handleiding gedurende de tijd dat het product in gebruik is,
in de buurt van het product beschikbaar is. Neem contact op met de fabrikant als
vervanging nodig is. Zie ook hoofdstuk 12.
• Draag bij alle werkzaamheden uw persoonlijke veiligheidsuitrusting!
• Onvakkundige montage en gebruik kunnen schade aan personen en/of materiële
schade veroorzaken!
• Montage en demontage, controle en onderhoud mogen alleen door bevoegde en
hiervoor bekwame personen worden uitgevoerd.
• Wijzigingen in de constructie zijn niet toegestaan (bijv. lassen, buigen).
• Bedieners moeten voor ieder gebruik een inspectie en zo nodig een
functiecontrole van de veiligheidsinrichtingen uitvoeren.
• Versleten, verbogen of beschadigde kettingsprongen mogen niet in bedrijf worden
genomen.
• Er mogen alleen lasten worden geheven, waarvan de massa kleiner dan of gelijk is
aan het draagvermogen van de kettingsprong.
• Belast kettingen nooit hoger dan met het aangegeven draagvermogen.
• Positioneer de lasthaak boven het zwaartepunt van de last.
• Breng aanslagmiddelen niet geforceerd in positie.
• Controleer, dat de last de uitgeoefende krachten zonder vervorming kan opnemen.
• Belast haken niet aan de punt van de haak.
• Verdraai de ketting niet en zorg dat hij niet in de knoop raakt.
• Bij gebruik van verkortingselementen zonder extra beveiliging (bijv. TWN 0827,
TWN 1827 of TWN 0851) moet bijzonder voorzichtig te werk worden gegaan en de
positie van de ketting in het verkortingselement moet bij iedere hijsbeweging
worden gecontroleerd.
• Vermijd scherpe kanten. Gebruik hoekbeschermers of reduceer het draag-
vermogen met 20 %.
• Neem draagvermogenreductie in acht bij
o niet symmetrische lastverdeling,
o bij gebruik van een strop,
o hogere temperaturen,
o hoge dynamische en cyclische belastingen (automatisch of meerploegenbedrijf),
o gebruik met lastmagneten.
• Bij meerpart kettingsprongen moeten neigingshoeken kleiner dan 15° worden
vermeden en zijn neigingshoeken groter dan 60° niet toegestaan.
• Haken moeten van een functionerende veiligheidsklep zijn voorzien.
• Hang ongebruikte parten in de ophangschalm.
• Ophangschalmen moeten vrij beweegbaar zijn in de kraanhaak.
• Hijs alleen lasten, die vrij beweegbaar en niet verankerd c.q. ergens aan bevestigd
zijn.
• Belast kettingschalmen en onderdelen niet met buigkrachten.
• Verkortingen zijn alleen met gebruik van verkortingshaken c.q. -klauwen
toegestaan.
• Belast bij verkortingsklauwen alleen de ketting die onder uit de klauw komt.
• Voor de aanslagwijze mandopstelling moeten de kettingparten tegen wegslippen
worden beveiligd.
• De hijsbeweging mag pas worden ingezet, al u er zeker van bent dat de last correct
is aangeslagen.
• Overtuig u ervan, dat u zelf en andere personen zich niet in het bewegingsbereik
van de last (gevarenzone) bevinden.
moeten
in
het
bijzonder
de
# Veranderingsindicator
verfangt B08179-C
1 | 6