Fotografeertips
Als u niet zeker weet hoe u de gewenste foto kunt maken, raadpleegt u de volgende
informatie.
Scherpstel-
Scherpstellen op het object.
• Maak foto's met behulp van het touchscreen. g Blz. 43
• Een foto maken van een onderwerp dat niet in het midden van de monitor staat.
Nadat u heeft scherpgesteld op een object dat zich op dezelfde afstand
als het onderwerp bevindt, composeert u de opname en maakt u de foto.
g "Scherpstelvergrendeling" (Blz. 39)
• Gezichtsprioriteit-AF gebruiken. g Blz. 40
• Een foto nemen van een onderwerp in de schaduw.
Met de AF belichting verloopt het scherpstellen gemakkelijker. g "AF hulpverl." (Blz. 68)
• Een foto maken van onderwerpen waarop moeilijk automatisch kan worden
scherpgesteld.
In de volgende gevallen stelt u scherp op een object (door de ontspanknop half in te
drukken) met hoog contrast op dezelfde afstand van het onderwerp, waarna u de foto
kadreert en de opname maakt.
Object met weinig contrast
Onderwerpen op verschillende
afstanden
*1
*1 U kunt de opname ook kadreren door de camera verticaal te houden om scherp te stellen,
waarna u terugkeert naar de horizontale positie om de foto te nemen.
Cameratrilling
Foto's nemen zonder cameratrilling
• Foto's maken met [Image Stabilizer].
Het beeldopneemelement verschuift om cameratrilling te corrigeren, zelfs als de ISO-
gevoeligheid niet wordt verhoogd. Deze functie is ook nuttig als foto's worden gemaakt
met een hoge zoomvergroting g "Beeldstab." (Blz. 33)
• Selecteer [J Sport] in de motiefprogramma's. g Blz. 21
De stand [J Sport] werkt met een korte sluitertijd en kan de cameraonscherpte van
een bewegend onderwerp verminderen.
• Foto's maken met hoge ISO-gevoeligheid.
Als u een hoge ISO-gevoeligheid selecteert, kunt u foto's nemen met een hoge
sluitertijd, zelfs op plaatsen waar u geen flitser kunt gebruiken. g "ISO" (Blz. 40)
Extreem fel licht in het midden
van het beeld
Snel bewegende objecten
Onderwerp zonder verticale
lijnen
*1
Het onderwerp valt niet
binnen het AF-gebied
12
NL
97