DVD-niveau instellen
Het volume (signaalniveau) voor de modi Dolby Digital, Dolby PL
II, DTS en PCM kan worden ingesteld.
• Tijdens deze afstelling mag u niet stoppen, pauzeren, van CD
verwisselen, de meeluisterfunctie gebruiken, snel vooruit spoelen
of het audiokanaal van dit toestel omschakelen. De instelling
wordt geannuleerd als de decodeermodus wordt veranderd.
1
Ga na of de defeat-modus is uitgeschakeld.
2
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
3
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
4
Raak [
] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
5
Raak [
] van DVD LEVEL aan.
Het DVD LEVEL-lijstscherm verschijnt.
6
Regel het niveau door [ d d ] of [ o o ] van de gewenste
instelmodus aan te raken.
Het niveau kan worden geregeld binnen het bereik -5 tot
+5.
Instellingen opslaan in het geheugen
Afstellingen of ingestelde inhouden kunnen worden opgeslagen.
Welke inhouden kunnen worden opgeslagen is afhankelijk van de
gebruikte audioprocessor.
1
Ga na of de defeat-modus is uitgeschakeld.
2
Raak [MEMORY] aan op het A.PROC-lijstscherm.
3
Raak binnen 5 seconden een van de
voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot [P.SET 6] op het
A.PROC-lijstscherm aan.
De instellingen worden opgeslagen.
• De opgeslagen inhoud blijft ook bewaard als de accukabel wordt
losgekoppeld.
Uit het voorkeuzegeheugen gaan
1
Ga na of de defeat-modus is uitgeschakeld.
2
Raak een van de voorkeuzetoetsen [P.SET 1] tot
[P.SET 6] op het A.PROC-lijstscherm aan om het
voorkeuzegeheugen te kiezen.
• Het duurt even om uit het voorkeuzegeheugen te gaan.
48
-NL
Pro Logic II-modus gebruiken
Pro Logic-verwerking kan worden uitgevoerd op de muzieksignalen
die op twee kanalen zijn opgenomen, om een Dolby Pro Logic II
surroundgeluid te verkrijgen.
Voor tweekanaals Dolby Digital- en DTS-signalen is er ook een
functie "REAR FILL" om de signalen van het voorkanaal weer te
geven via het achterkanaal.
1
Ga na of de defeat-modus is uitgeschakeld (pagina 26).
2
Raak [SETUP] aan op het hoofdbronscherm.
Het SETUP-keuzescherm verschijnt.
3
Raak [i-Personalize] aan.
Het i-Personalize-scherm verschijnt.
4
Raak [
] van A.PROCESSOR aan.
Het A.PROC-lijstscherm verschijnt.
5
Raak [
] van DOLBY PLII/REAR FILL aan.
Het DOLBY PLII/REAR-instelscherm verschijnt.
6
Raak [ d d ] of [ o o ] van DOLBY PLII/REAR aan om de
gewenste modus te kiezen.
PL II MOVIE:
Geschikt voor TV-programma's in stereo en alle
programma's die zijn gecodeerd met Dolby
Surround. Hiermee wordt de richtingsgevoeligheid
van het geluidsveld verbeterd tot bijna die van een
afzonderlijk 5.1-kanaalgeluid.
PL II MUSIC:
Kan worden gebruikt voor alle
stereomuziekopnames en geeft een breed, diep
geluidsveld.
OFF: Schakelt de DOLBY PL II-functie uit.
Als PL II MUSIC wordt gekozen, kan het middenbereik als
volgt worden aangepast.
Deze functie biedt de optimale stempositionering door de
positie van het middenkanaal in te stellen tussen de
middenluidspreker en de L/R-luidspreker. (De instellingen
in "Het akoestisch beeld instellen (BI-PHANTOM)"
(pagina 47) zijn niet van toepassing als deze functie in
werking is gesteld.)
Raak [ d d ] of [ o o ] van CENTER WIDTH CONT aan om
het niveau aan te passen.
Het niveau kan worden ingesteld tussen 0 en 7. Als het
niveau toeneemt, verschuift de positie van het
middenkanaal van de positie van de
middenluidspreker naar de twee zijkanten.
Raak [OFF] van CENTER WIDTH CONT aan om de
bedieningstoets van het middenbereik uit te schakelen.