6.5
Uiteindelijke afstelling van de drukschakelaars
6.5.1
Luchtdrukschakelaar
Voer de regeling van de luchtdrukschakelaar (Afb. 30) uit nadat
alle andere branderafstellingen werden uitgevoerd, met de lucht-
drukschakelaar afgesteld op het begin van de schaal.
Breng een verbrandingsanalysetoestel aan in het rookkanaal
wanneer de brander aan het minimumvermogen brandt, en sluit
langzaam de aanzuigopening van de ventilator (bijvoorbeeld met
een karton) tot de CO-waarde niet meer dan 100 ppm bedraagt.
Draai dan het daarvoor bestemde knopje langzaam rechtsom tot
de brander vergrendelt.
Controleer vervolgens de aanwijzing van het pijltje dat naar bo-
ven op de schaalverdeling wijst. Draai daarna het knopje op-
nieuw in wijzerzin rond totdat de waarde op de schaalverdeling
samenvalt met het pijltje dat naar onder wijst, op deze wijze recu-
pereert u de hysteresis van de drukschakelaar, aangegeven met
het witte veld op blauwe achtergrond tussen de twee pijlen.
Controleer nu of de brander correct start. Als de brander opnieuw
vergrendelt, draai dan het knopje nog een klein beetje linksom.
Tijdens deze werkzaamheden kan het nuttig zijn een manometer
te gebruiken om de luchtdruk te meten.
De verbinding van de manometer staat op Afb. 30. De standaard-
configuratie is die van de luchtdrukschakelaar aangesloten op
absolute wijze. Noteer de aanwezigheid van een "T"-verbinding
die niet bijgeleverd wordt.
In bepaalde toepassingen met een grote onderdruk laat de aan-
sluiting van de drukschakelaar niet toe dat hij omschakelt.
In dat geval dient u de drukschakelaar op differentiële wijze aan
te sluiten, breng daarvoor een tweede buisje aan tussen de lucht-
drukschakelaar en de aanzuigopening van de ventilator.
In dat geval moet ook de manometer op differentiële wijze aan-
gesloten worden zoals op Afb. 30.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Verbinding van de manometer
met drukschakelaar in absoluut
20076584
33
NL
D3951
Afb. 30
20081756