WERKING MET STOOKOLIE
Pomp
De toevoerdruk moet conform de tabel op pag. 18 zijn.
De onderdruk moet lager zijn dan 0,45 bar.
Er mag geen lawaai zijn.
Haal bij een instabiele druk of een rumoerige pomp de flexibele
leiding los van het lijnfilter en zuig de brandstof aan uit een
reservoir in de buurt van de brander. Op deze manier kunt u
bepalen of de storingen worden veroorzaakt door de
aanzuigleiding of de pomp. Als de aanzuigleiding de storingen
veroorzaakt, controleer of het lijnfilter of de luchtinlaat verstopt is.
Filters (Afb. 44)
Controleer de filtertrommels op de leiding 1) en de verstuiver 2)
op de installatie. Maak deze, wanneer nodig, schoon of vervang
deze. Zuig met een aparte pomp water en ander afgezet vuil van
de bodem van het reservoir als in de pomp roest of ander vuil
aanwezig is.
Verstuivers
Er wordt aanbevolen de verstuivers jaarlijks te vervangen,
tijdens het periodieke onderhoud.
Reinig de opening van de verstuivers niet.
Flexibele leidingen
Controleer of deze in goede staat verkeren.
Tank
Zuig ongeveer elke 5 jaar met een afzonderlijke pomp het water
op de bodem van de tank uit.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of
in ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn,
raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact
op met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te
voeren.
EN 267
CO
max. theoretisch
2
0 % O
2
15,2
Onderhoud
20062799
Teveel aan lucht
Max.
Min.
vermogen
vermogen
1,2
1,3
IJking CO
%
2
= 1,2
= 1,3
12,6
11,5
Gaslekken
Controleer of er geen gaslekken zijn op de leiding gasmeter-
brander.
Gasfilter
Vervang de gasfilter wanneer hij vuil is.
Verbranding
Als de waarden van verbranding, gemeten bij het begin van de
werkzaamheid, niet voldoen aan de van kracht zijnde normen, of
in ieder geval niet de waarden van een goede verbranding zijn,
raadpleeg dan onderstaande tabel en neem indien nodig contact
op met de Technisch Hulpdienst om de nodige regelingen uit te
voeren.
EN 676
CO
GAS
theoretisch
0 % O
G 20
G 25
G 30
G 31
Afb. 44
CO
mg/kWu
100
Tab. S
39
NL
WERKING MET GAS
Teveel aan lucht
Max.
vermogen
1,2
max.
IJking CO
2
= 1,2
2
11,7
9,7
11,5
9,5
14,0
11,6
13,7
11,4
Max.
CO
vermogen
1,3
%
2
mg/kWu
= 1,3
100
9
100
8,8
100
10,7
100
10,5
Tab. T
20147269