5
Installatie
5.1
Aantekeningen over de veiligheid bij de installatie
Maak eerst de ruimte rond de zone waar de brander geïnstalleerd
wordt zorgvuldig schoon, zorg voor een correcte verlichting van
de omgeving en voer dan de installatiewerkzaamheden uit.
Alle werkzaamheden voor de installatie, het
onderhoud en de demontage moeten absoluut
uitgevoerd
elektriciteitsleiding losgekoppeld is.
GEVAAR
5.2
Verplaatsing
De emballage van de brander bevat ook een houten platform, en
dus kan de brander, als hij nog ingepakt is, verplaatst worden met
een transpalet of met een vorkheftruck.
De werkzaamheden voor de verplaatsing van de
brander kunnen heel gevaarlijk zijn als ze niet
heel aandachtig uitgevoerd worden: verwijder
onbevoegd personeel; controleer de integriteit en
OPGELET
beschikbaarheid van de beschikbare middelen.
U dient ook te controleren of de zone waarin u
werkt leeg is en of er voldoende vluchtruimte is,
dat betekent een vrije en veilige zone waarnaar u
zich snel kunt verplaatsen als de brander zou
vallen.
Houd tijdens de verplaatsing de lading niet meer
dan 20-25 cm van de grond.
5.3
Voorafgaande controles
Controle van de levering
Nadat de verpakking verwijderd werd, moet de
integriteit van de inhoud gecontroleerd worden. In
geval van twijfels mag de brander niet gebruikt
worden, en moet de leverancier gecontacteerd
VOORZICHTIG
worden.
De elementen van de verpakking (houten kooi of
kartonnen doos, nagels, gespen, plastic zakjes,
enz.) mogen niet achtergelaten worden omdat ze
een potentieel gevaar vormen en vervuilend zijn,
maar moeten op een daarvoor bestemde plaats
verwerkt worden.
Controle van de karakteristieken van de brander
Controleer het identificatieplaatje van de brander waarop het
volgende staat:
het model (A) (Afb. 8) en het type van de brander (B);
het bouwjaar in gecodeerde vorm (C);
het serienummer (D);
de
gegevens
van
beschermingsgraad (E);
het opgenomen elektrische vermogen (F);
de
soorten
gebruikte
toevoerdruk (G);
de gegevens van de mogelijke minimum en maximum
vermogens van de brander (H) (raadpleeg Werkingsveld).
Opgelet. Het vermogen van de brander moet binnen het
werkingsveld van de ketel liggen;
de categorie van het apparaat/landen van bestemming (I);
de maximumviscositeit van de stookolie (L).
Installatie
worden
wanneer
de
elektrische
voeding
gassen
en
de
bijbehorende
De installatie van de brander moet uitgevoerd
worden door bevoegd personeel volgens de uitleg
in deze handleiding en conform de van kracht
zijnde normen en wetsbepalingen.
OPGELET
De verbrandingslucht in de ketel mag geen
de
gevaarlijke mengsels bevatten (bijv.: chloride,
fluoride, halogeen); bij aanwezigheid ervan wordt
aanbevolen om de reiniging en het onderhoud
GEVAAR
nog vaker uit te voeren.
Selecteer na het plaatsen van de brander naast
de installatiezone de verschillende materialen van
de emballage en verwerk ze op de juiste wijze.
Maak, voordat u de installatiewerkzaamheden
uitvoert, de ruimte rond de zone waar u de
brander wenst te installeren zorgvuldig schoon.
VOORZICHTIG
R .B .L.
D
G AS -K A AS U
G AZ -A E P IO
H E IZ Ö LF U E L
R IE L L OS .p.A .
I-37045L e gn a go(V R )
D9243
Als het plaatje van de brander geschonden of
verwijderd wordt of ontbreekt of op een andere
wijze niet in orde is, kan de brander niet met
zekerheid geïdentificeerd worden en wordt elke
OPGELET
installatie- en onderhoudswerkzaamheid moeilijk.
en
de
15
NL
A
E
G
G
I
L
B
C
F
H
H
C E
0085
Afb. 8
20147269