Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Hydraulische Aansluitingen; Hydraulisch Schema - Riello RLS 1000/M MX Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Multibrandstofbranders stookolie/gas
Inhoudsopgave

Advertenties

5.12.3 Hydraulische aansluitingen

 Controleer de correcte installatie van de
flexibele
teruglooplijn van de pomp.
VOORZICHTIG
Neem de volgende aanwijzingen in acht:
 Draai
de
bijgeleverde pakkingen vast.
 Bij het monteren van de flexibels moet hierop
OPGELET
geen
kracht
verbuiging tot gevolg heeft.
 Plaats de slangen zodanig dat ze niet kunnen
vertrapt worden of in contact komen met de
hete delen van de brander en dat de brander
kan worden opengezet.
 Sluit ten slotte het andere uiteinde van de
flexibele leidingen aan op de aanzuig- en
terugloopleidingen.

5.12.4 Hydraulisch schema

Legenda (Afb. 19)
1
Aanzuiging van pomp
2
Terugloop van pomp en terugloop van verstuiver
3
Drukregelaar van pomp
4
Veiligheidsventiel op toevoer
5
Veiligheidsventiel op toevoer
6
Aanvoer van verstuiver
7
Verstuiver zonder naaldafsluiter
8
Terugloop verstuiver
9
Drukregelaar op terugloop verstuiver
10 Servomotor voor drukregelaar
11 Drukschakelaar op terugloop verstuiver
12 Veiligheidsklep op terugloop verstuiver
13 Veiligheidsklep op terugloop verstuiver
14 Drukschakelaar op aanvoer pomp
M
Manometers
V
Koppeling vacuümmeter
WERKING
Tijdens voorventilatie: kleppen 4), 5), 12) en 13) gesloten.
Tijdens inschakeling en werking: kleppen 4), 4), 12) en 13)
open.
Stilstand: alle kleppen gesloten.
Installatie
leidingen
op
de
toevoer-
flexibele
leidingen
met
uitgeoefend
worden
20062794
5.12.5 Drukregelaar
IJking van druk in terugloopleiding
en
Wanneer de servomotor op ongeveer 20° staat, worden de moer
en de relatieve contramoer 6)(Afb. 20) tegen de excentriek 3)
bevestigd. Wanneer de servomotor naar 130° draait, drukt de
excentriek tegen de modulatoras zodat de druk, afgelezen op de
manometer 2)(Afb. 20), op de gewenste waarde wordt gesteld.
de
Voor de ijking van de excentriek moeten de schroeven 7)
losgedraaid worden en moet op de schroef 4) gehandeld worden
die
tot de gewenste excentriciteit wordt verkregen.
Draai de schroef 4) naar rechts (teken +) om de excentriciteit
te verhogen, zodat het verschil tussen maximumvermogen
en minimumvermogen van de verstuiver verhoogt.
Draai de schroef 4) naar links (teken -) om de excentriciteit te
verlagen, zodat het verschil tussen maximumvermogen en
minimumvermogen van de verstuiver verlaagt.
IJking van druk in aanvoerleiding
Handel op de pomp om de toevoerdruk te regelen volgens de
uitleg op pag. 22.
Voorbeeld:
indien een verstuiver van 750 kg/u wordt gebruikt en een
vermogen 6650 kW moet verkregen worden, moet de druk die
wordt afgelezen op de manometer 3)(Afb. 20) (max. druk op
terugloopcircuit) ongeveer 19 bar bedragen.
De relatieve toevoerdruk, afgelezen op de manometer 2), moet
22 bar bedragen (zie de tabellen op pag. 18).
Legenda (Afb. 20)
Afb. 19
1
Maximum oliedrukschakelaar
2
Manometer druk terugloop
3
Variabele nok
4
Regelschroef nok
5
Stopring zuiger
6
Moer en contramoer zuigerijking
7
Blokkeerschroeven nok
8
Stelschroef/ijking maximum oliedrukschakelaar
Om correct geijkt te worden, moet de excentriek
3) over het gehele gebied van de servomotor
(20° ÷ 130°) werken: bij elke verandering van de
servomotor moet deze overeenkomen met een
VOORZICHTIG
drukverandering.
Breng de zuiger van de regelaar nooit tot het
einde: de stopring 5) bepaalt de maximale slag.
OPGELET
De schroef 8)(Afb. 20) hoeft niet afgesteld te
worden, omdat deze reeds in de fabriek werd
geijkt
OPGELET
21
NL
D11337
Afb. 20
20147269

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Deze handleiding is ook geschikt voor:

Rls 1200/m mx1311 t1312 t2014781520147814

Inhoudsopgave