5.11
Afstelling van de branderkop
De servomotorische luchtklep 4)(Afb. 4) verandert niet alleen de
luchtstroom op basis van het vereiste vermogen, maar verandert
ook met behulp van een hendel de afstelling van de
verbrandingskop.
Dit systeem maakt een optimale afsteling mogelijk, zelfs bij een
minimaal werkbereik.
Bij gelijke rotatie van de servomotor kan de opening van de
verbrandingskop gevarieerd worden door de trekker op de
openingen (5-6-7-8-10) te verplaatsen (Afb. 16).
20062792
Installatie
De keuze van de opening wordt bepaald op basis van het
gevraagde maximum vermogen, zoals wordt aangeduid in Tab.
J.
De fabrieksinstelling is ingesteld op de maximale slag (gat 10,
Afb. 16).
Opening stangen
Afb. 16
OPGELET
19
NL
Vermogen (kW)
Van
5
1200
5
3750
8
6700
8
8600
5
1500
5
5500
6
7500
10
9600
De gasleidingen verlaten de fabriek met ijking op
merkteken 1.
Dankzij de regeling die wordt aangeduid in Afb. 17
kunnen de gasleidingen in de optimale positie
gedraaid worden in functie van het systeem
waarop de brander is gemonteerd (bijv. ketels met
vlaminversiekamer).
20077710
A
3750
6700
8600
10600
5500
7500
9600
11500
Tab. J
Afb. 17
20147269