5.17
IJking van het thermisch relais
Dit thermische relais (Afb. 31) voorkomt dat de motor beschadigt
door een plotse verhoging van de absorbering of door het
overslaan van een fase.
Raadpleeg voor het kalibreren 2) de tabel in het elektrische
schema (elektrische aansluitingen door de installateur).
Als het thermisch relais in werking treedt, op de knop "RESET" 1)
drukken om deze te ontgrendelen.
De knop "STOP" 3) opent het NC-contact (95-96) en stopt de
motor.
Door een schroevendraaier in het "TEST/TRIP" venster 4) te
plaatsen en in de richting van de pijl (naar rechts) te bewegen,
wordt het thermisch relais getest.
Het automatisch opnieuw in werking zetten kan
gevaarlijk zijn.
Deze werkzaamheid is niet voorzien in de werking
OPGELET
van de brander.
5.18
Rotatie van motor
Ga bij het ontsteken van de brander voor de koelventilator van de
ventilatormotor staan en controleer of deze naar links draait
(Afb. 32).
Als dit niet het geval is:
zet de branderschakelaar in de stand "0" (uit) en wacht tot
de apparatuur de uitschakelfase uitvoert.
Onderbreek de stroomtoevoer naar de brander
met de hoofdschakelaar van de inrichting.
GEVAAR
Draai de fasen van de driefasenmotorvoeding om.
20147269
Installatie
3
1
D11655
20079199
28
NL
1
4
2
2
4
Afb. 31
Afb. 32