8 - DODEMAN-FUNCTIE
De knop moet in de stand 'dode man' gehouden worden (stand 2) om de
bedieningsorganen van de basis te voeden tegelijkertijd met de toetsen van de functies
omlaag of draaiing.
9 - TOETSEN MAND SCHUIN OMLAAG EN OMHOOG ZETTEN
Deze toetsen zorgen, als ze gebruikt worden tegelijkertijd met de knop Item 8 in de stand
'dode man' , voor de correctie van de horizontale stand van de mand of het volledige
intrekken van de mand in de transportstand.
9A: MAND SCHUIN OMLAAG ZETTEN
- De toets dode man 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 9A.
9B: MAND SCHUIN OMHOOG ZETTEN
- De toets dode man 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 9B.
10 - TOETSEN DRAAIING BOVENWAGEN
Met deze toetsen kan men, als ze gebruikt worden tegelijk met de knop Item 8 in de
stand dode man, de bovenwagen laten draaien.
10A: DRAAIEN VAN DE BOVENWAGEN NAAR LINKS
- De toets dode man 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 10A.
10B: DRAAIEN VAN DE MAND NAAR RECHTS
- De toets dode man 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 10B.
11 - TOETSEN OMHOOG OF OMLAAG ZETTEN VAN ONDERSTE ARMEN
Deze toetsen maken het mogelijk, als ze gebruikt worden tegelijkertijd met de knop
Item 8 in de stand 'dode man' , om de onderste armen omhoog en omlaag te zetten.
A: OMHOOG ZETTEN ONDERSTE ARMEN
- De functie dode man Item 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 11A.
B: OMLAAG ZETTEN ONDERSTE ARMEN
- De functie dode man Item 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 11B.
12 - TOETSEN TELESCOOP UITSCHUIVEN EN INTREKKEN
Deze toetsen maken het mogelijk, als ze gebruikt worden tegelijkertijd met de knop
Item 8 in de stand 'dode man' , om de bovenste arm omhoog en omlaag te zetten.
A: INTREKKEN TELESCOOP
- De functie dode man Item 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 12A.
B: UITSCHUIVEN TELESCOOP
- De functie dode man Item 8 ingedrukt houden en drukken op de toets 12B.
2 - 30
8
9B
9A
10A
10B
11A
11B
12A
12B