Parameter
Nr.
Beschrijving
Resultaat proefneming contact (gecodeerd in bit)
Bit 0.0 = 1: Minimum drukschakelaar
Bit 0.1 = 2: Maximum drukschakelaar
Bit 0.2 = 4: Drukschakelaar controle ventielen
Bit 0.3 = 8: Luchtdrukschakelaar
Bit 0.4 = 16: Controle van lading Open
Bit 0.5 = 32: Controle van lading ON
947
Bit 0.6 = 64: Controle van lading Closed
Bit 0.7 = 128: Veiligheidscircuit
Bit 1.0 = 1: Veiligheidsventiel
Bit 1.1 = 2: Ontsteking
Bit 1.2 = 4: Brandstofventiel 1
Bit 1.3 = 8: Brandstofventiel 2
Bit 1.4 = 16: Brandstofventiel 3/stuurventiel
Bit 1.5 = 32: Reset
Status aanvraag relais (gecodeerd in bit)
Bit 0 = 1: Alarm
Bit 1 = 2: Veiligheidsventiel
950
Bit 2 = 4: Ontsteking
Bit 3 = 8: Brandstofventiel 1
Bit 4 = 16: Brandstofventiel 2
Bit 5 = 32: Brandstofventiel 3/stuurventiel
954
Vlamintensiteit
960
Effectief debiet
961
Status externe modules en weergave
981
Geheugenfout: code
982
Geheugenfout: diagnostiekcode
992
Foutindicatoren
6.10
Tijdens de werking
Brander zonder de kit voor variërende werking
Na de startcyclus gaat de bediening van de modulatie van de
brander over naar de thermostaat/drukschakelaar TR die de druk
of de temperatuur in de ketel controleert.
Als de temperatuur of de druk laag is zodat de thermostaat/
drukschakelaar TR gesloten is, verhoogt de brander geleide-
lijk het vermogen tot de MAX. waarde (punt "P9").
Als de temperatuur of de druk verhoogt zodat de thermos-
taat/drukschakelaar TR opent, verlaagt de brander geleide-
lijk het vermogen tot de MIN. waarde (punt "P1"). Enzovoort.
De uitschakeling van de brander gebeurt wanneer minder
warmte gevraagd wordt dan de brander levert bij het MIN.
vermogen.
De thermostaat/drukschakelaar TL wordt geopend, de con-
6.11
Vergrendeling van motor
Indien de motor niet wordt gestart, kan dit te wijten zijn aan een
ingreep van het thermische relais als gevolg van een foute ijking
van dit relais of van problemen met de motor of de hoofdzakelijke
voeding. Druk op de knop van het thermische relais om te ont-
grendelen, zie "IJking van het thermisch relais" op pag. 20.
20068187
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Aant.
elemen-
ten
2
1
1
1
1
1
1
10
Interval waarden
Meeteen-
Wijziging
heid
Min.
-
Enkel lezing
0
-
Enkel lezing
0
%
Enkel lezing
0 %
3
m
/u, l, u,
Enkel lezing
0
3
ft
/u, gal/u
-
Enkel lezing
0
-
Enkel lezing
0
-
Enkel lezing
0
-
Reset
0
troledoos voert de fase van de uitschakeling uit.
De luchtklep sluit volledig, om zoveel mogelijk thermische
dispersie te voorkomen.
Brander zonder kit voor de modulerende werking (enkel mo-
dellen FS2)
Als alternatief voor de bediening met TR, kan de bediening van
de modulatie van de brander ook uitgevoerd worden met een sig-
naal 4-20 mA.
Brander met de kit voor variërende werking
Zie de handleiding van de kit van de regelaar.
48
NL
Precisieg-
Default
raad
instelling
Max.
255
1
0
255
1
0
100 %
1 %
0 %
6553,5
0,1
0
255
1
0
255
1
0
255
1
0
0xFFFFF-
1
0
FFF
Modaliteit
toegang
Modus Info
Modus Info
Modus Info
Modus Info
Modus Info
Modus Info
Modus Info
Modus Service
Tab. P