Download Inhoudsopgave Inhoud Print deze pagina

Inbedrijfstelling, Ijking En Werking Van De Brander; Aantekeningen Over De Veiligheid Bij De Eerste Inbedrijfstelling; Afstellingen Vóór De Ontsteking; Start Van De Brander - Riello RS 310/E BLU Handleiding Voor Installatie, Gebruik En Onderhoud

Gasventilatorbranders
Inhoudsopgave

Advertenties

6

Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander

6.1

Aantekeningen over de veiligheid bij de eerste inbedrijfstelling

De eerste inbedrijfstelling van de brander moet
uitgevoerd worden door bevoegd personeel vol-
gens de uitleg in deze handleiding en conform de
van kracht zijnde normen en wetsbepalingen.
OPGELET
Controleer of de mechanismen voor regeling, be-
diening en veiligheid correct functioneren.
OPGELET
6.2
Afstellingen vóór de ontsteking
De regeling van de branderkop werd al beschreven in de para-
graaf "Afstelling van de branderkop" op pag. 25.
Andere nog uit te voeren afstellingen zijn:
 Het openen van de manuele ventielen die vóór de gasstraat
geplaatst zijn.
 Stel de minimumgasdrukschakelaar af op het schaalbegin.
 Stel de maximumgasdrukschakelaar af op het schaaleinde.
 Stel de luchtdrukschakelaar af op het schaalbegin.
 Regel de drukschakelaar voor de dichtingscontrole (kit PVP)
(Afb. 33 op pag. 34) volgens de aanwijzingen die bij de kit
zelf worden geleverd.
 Ontlucht de gasleiding. Het wordt aangeraden om de ont-
snapte lucht met een plastic leiding buiten het gebouw te
brengen tot men het gas ruikt.
 Monteer een U-vormige manometer of een manometer van
het differentiële type (Afb. 28) met koppeling (+) op de gas-
druk van de mof en (-) in de verbrandingskamer.
Dit dient om het maximumvermogen van de brander bij
benadering te meten door middel van Tab. K.
 Sluit in een parallelschakeling met de twee elektromagneti-
sche gaskleppen twee lampjes of testers aan om het juiste
moment te zien waarop ze onder spanning komen.
Deze handeling is niet nodig als beide elektromagnetische
kleppen voorzien zijn van een controlelampje dat de elektri-
sche spanning aangeeft.
6.3

Start van de brander

Schakel de stroomtoevoer van de brander in via de scheidings-
schakelaar op het paneel van de ketel.
Sluit de thermostaten/drukschakelaar en plaats de schakelaar
Afb. 29 in positie "1/ON".
Controleer of de lampjes of de testers aangesloten
op de elektromagnetische kleppen, of de controle-
lampjes op de elektromagnetische kleppen zelf af-
wezigheid van spanning aangeven.
Geven deze spanning aan, stop dan de brander on-
GEVAAR
middellijk en controleer de elektrische verbindingen.
De brander is niet voorzien van een controlemechanisme van de
sequentie van de fasen, waardoor de rotatie van de motor
niet correct zou kunnen zijn.
Wanneer de brander in werking wordt gesteld, moet u zich voor
de koelventilator van de motor van de ventilator stellen en contro-
leren of deze linksom draait, of in de richting van de pijl zoals is
aangeduid in Afb. 4.
Als dit niet het geval mocht zijn:
plaats de schakelaar van Afb. 29 in positie "0/OFF" en wacht
tot de controledoos de fase van de uitschakeling uitvoert;
onderbreek de stroomtoevoer naar de brander.
Inbedrijfstelling, ijking en werking van de brander
Raadpleeg vóór het openen van de brander de
paragraaf "Veiligheidstest - met gesloten
gastoevoer" op pag. 50.
OPGELET
Voordat de brander wordt aangeschakeld, wordt
aanbevolen de gasstraat zodanig af te stellen dat
de ontsteking plaatsvindt in optimale veiligheids-
omstandigheden en dus met een zeer zwak gas-
VOORZICHTIG
debiet.
20069491
Keer de fasen op de driefasige voeding om.
Deze handeling moet uitgevoerd worden wanneer
de stroomtoevoer uitgeschakeld is.
GEVAAR
Voer de "Startprocedure" op pag. 40 uit.
20076576
31
NL
Afb. 28
Afb. 29
20068187

Advertenties

Inhoudsopgave
loading

Inhoudsopgave