2. Kopiëren
1.
Druk op [Kopie] op het Home-scherm.
2.
Plaats het origineel.
Zie de Gebruikershandleiding (volledige versie).
3.
Druk op [Sorteren/Stapelen] op het scherm Kopie.
Als de toets niet wordt weergegeven, selecteert u deze bij [Afwerken].
Als de optionele apparatuur die de gekopieerde vellen kan stapelen niet op het apparaat is
aangesloten, wordt alleen [Sorteren] weergegeven op de toets.
4.
Selecteer de functie die u wilt opgeven.
5.
Druk op [Starten].
• Wanneer u [Sorteren] of [Geroteerd sorteren] selecteert en een origineel op de glasplaat
legt, wordt er één set kopieën gemaakt. Nadat alle originelen zijn gescand, drukt u op [Scan.
volt.] om de overige sets te kopiëren.
• Als u sorteren of stapelen opgeeft terwijl de afwerkeenheid of de initiële staffellade zijn
geïnstalleerd, worden de uitvoervellen per set verschoven.
• U kunt de actie die uitgevoerd moet worden wanneer het papier op is of het geheugen vol is
tijdens het sorteren wijzigen. Gebruik het volgende item.
• Type scherminstellingen: Standaard
[Geroteerd sorteren: Automatisch papier doorgaan] and [Automatisch opnieuw scannen als
geheugen vol is]
Zie gebruikershandleiding (volledige versie).
• Type scherminstellingen: Klassiek
88