5.
Druk op [Papierformaat].
Om op te geven voor handinvoer, druk op [Papierformaat: Printer].
6.
Druk op [Aangepast] in de weergegeven lijst.
7.
Druk op de knop rechts van "A" of "B".
Geef de waarde op tussen de nummers "< >" en druk vervolgens op [Done].
8.
Druk drie keer op [OK].
9.
Nadat de configuratie is voltooid, drukt u op [Home](
De instellingen voor papiertype en papierdikte opgeven (Type
scherminstelling: Standaard)
Als de afdrukinstellingen en het geplaatste papier die voor de afdruktaak worden gebruikt niet
overeenkomen, treedt er een discrepantiefout op.
Controleer de papierinstellingen en configureer ze voordat u begint met afdrukken.
D0C9PA5253
D0C9PA5254
).
Papier in de papierlade plaatsen
209